Dries Janssens: ‘Zonder gedragsverandering geen veiliger verkeer’

Met de regelmaat van de klok worden we in de media geconfronteerd met verkeersongevallen. Een bekende of minder bekende Vlaming die een verkeersongeval heeft, al dan niet voor de rechter moet verschijnen, wel of niet onder invloed was, te snel reed of afgeleid was. Het is dagelijkse realiteit.

In 2024 vielen er 44.246 slachtoffers in ons verkeer. Dat zijn twee tot de nok gevulde Sportpaleizen met alleen maar mensen die in een verkeersongeval een letsel hebben opgelopen. 470 mensen hebben in 2024 het leven gelaten op onze wegen. Dat zijn er 9 élke week. Cijfers om toch eens bij stil te staan.

Hier en daar hoor je positieve geluiden want de cijfers van 2024 zijn beter dan die van 2023. Een dalende trend die zich nu al even ontwikkelt. Uiteraard is het goed om vast te stellen dat het aantal slachtoffers daalt. We moeten echter wel opletten voor te veel optimisme en rekening houden met de ruimere context rond verkeersslachtoffers. Er zijn namelijk veel meer dan 44.246 mensen geïmpacteerd door die verkeersongevallen. De familieleden, de vrienden, de collega’s, de werkgevers, … van de slachtoffers worden mee betrokken in dit menselijk leed.

Waarom wordt er dan niet meer gedaan om dat aantal verkeersslachtoffers terug te dringen? Moeten de bevoegde ministers niet hun verantwoordelijkheid nemen en overgaan tot extra maatregelen? Is het niet de taak van de politie om meer controles te doen? Moet de magistratuur niet harder optreden?

Het antwoord op de bovenstaande vragen is genuanceerder dan zomaar ‘ja’. Uiteraard zouden bijkomende maatregelen kunnen helpen. Tegenwoordig hebben we voor de handhaving daarvan de mogelijkheid om de technologie ons te laten ondersteunen. Kijk bijvoorbeeld naar afleiding in het verkeer door de smartphone. Slimme camera’s zijn in staat om deze overtredingen te detecteren en ter bevestiging voor te leggen aan een politiebeambte. Een eenvoudige manier waarbij technologie de politie kan helpen om de pakkans, en dus de verkeersveiligheid, op cruciale plaatsen te vergroten.

In Nederland heeft de overheid intussen een 40-tal van die ‘Focusflitsers’ in gebruik. In ons land blijft het voorlopig bij een proefproject van 5 jaar geleden. Laat ons daarom zo snel mogelijk een passend wettelijk kader uitwerken, met uiteraard goede afspraken rond privacy. Op die manier kan de technologie helpen om ons verkeer veiliger te maken.

Technologische innovaties zoals een digitaal rijbewijs, waardoor een betere opvolging mogelijk wordt van de geldigheid van een rijbewijs, of een rijbewijsslot, zodat je jouw voertuig enkel kan starten na het aanbieden van een geldig rijbewijs, bieden nog extra mogelijkheden om aan een veiliger verkeer te werken. Maar met technologische innovatie alleen gaan we er niet raken. Nieuwe maatregelen zullen ingevoerd moeten worden en we moeten werk maken van het respecteren van deze regels.

Verkeersovertreders bestraffen

Na een ongeval klinkt in de publieke opinie vaak de roep naar strengere straffen. Hogere boetes, langere rijverboden en zelfs gevangenisstraffen zijn op een dergelijk moment erg populair. De vraag stelt zich echter wat we willen bereiken met het bestraffen van een verkeersovertreder.

Voor mij is een effectieve straf er eentje die vermijdt dat het verkeerde gedrag in de toekomst opnieuw wordt gesteld. Je zou dit kunnen bereiken door mensen de onmogelijkheid te geven om dat gedrag nog te stellen. Je sluit iemand op in de gevangenis en dan kan die persoon niet meer met de wagen rijden. Is dan het probleem opgelost? Los van de complexe problematiek die we momenteel kennen in onze gevangenissen blijkt uit onderzoek dat een gevangenisstraf ook heel wat negatieve effecten heeft. Laten we dan ook verder kijken hoe we kunnen omgaan met verkeersovertreders.

Als we willen vermijden dat mensen hervallen in het verkeerde gedrag gaan we hen moeten helpen. Bepaalde alternatieve straffen focussen op gedragsverandering. Voor verkeersovertreders bestaan er specifieke vormingen waarin tijdens meerdere sessies wordt stil gestaan bij het gestelde gedrag, de impact van dat gedrag en worden er nieuwe strategieën aangereikt om te komen tot een duurzame gedragsverandering.

Net zoals in de vormingen wordt er in het psychologisch omkaderingsprogramma dat hoort bij een opgelegd alcoholslot ook gewerkt aan een gedragsverandering. Het is geen wonderoplossing voor iedereen, maar wel een maatregel die bewezen effectief is om de kans op recidive kleiner te maken.

De belangrijkste factor voor verkeersongevallen blijft echter ons eigen gedrag. Dat gedrag wordt mee bepaald door de sociale norm in onze maatschappij. Natuurlijk ontslaat dat ons niet van onze eigen verantwoordelijkheid. We zien te vaak de splinter in de ander zijn oog, maar niet de balk in de eigen oog. Als ieder het eigen gedrag wat ernstiger zou nemen kunnen we al grote stappen zetten.

Wat doe je dan als je ziet dat iemand anders de afgesproken norm niet respecteert? Simpel; help die persoon! Durven we elkaar aanspreken op verkeersonveilig gedrag? We doen dat nochtans met onze kinderen: ‘let op, rechts rijden!’, ‘Voorrang verlenen, stop voor de auto’.

Doen we dat ook wanneer we een vriend, kennis of collega met een pintje (of pintjes) te veel op naar zijn auto zien waggelen? Zeggen we er iets van als we met iemand meerijden en die de snelheidsregels aan zijn laars lapt? Die reflex breed ingang laten vinden en zorgen dat we met zijn allen zorg dragen voor elkaar, is een belangrijk puzzelstuk dat nodig is in het creëren van een verkeersveiligheidscultuur.

Bron: Knack

‘Zonder gedragsverandering geen veiliger verkeer’

Laat een reactie achter