Francis Loyens: ‘Op de schoolbank is het niet alleen kommer en kwel’

Het is tijd dat we ook de positieve onderwijsverhalen durven vertellen. Niet om de uitdagingen te ontkennen — die zijn er, en ze mogen benoemd worden. Maar wel om het evenwicht te herstellen. Want wie het onderwijs alleen bekijkt door een grijze bril, mist de kleuren die er wél zijn.
Op 1 september gingen de schoolpoorten weer open, en ook aan de hogescholen en universiteiten is het academiejaar ondertussen begonnen. Met gezichten waarop spanning te lezen stond, maar ook blijheid. Leerkrachten en directies hadden een warm welkom voorbereid. Je voelde de energie, de betrokkenheid. Er hing letterlijk en figuurlijk warmte in de lucht.
En neen, er kondigt zich deze maand geen depressie aan over het onderwijslandschap. Wie de nieuwsberichten van de afgelopen maanden leest, zou nochtans kunnen denken dat het in ons onderwijs alleen maar kommer en kwel is. De vierdelige documentaire over basisschool Balder toont nog eens de pijnlijke gevolgen en realiteit van het lerarentekort. De voorbije heisa over de fraude bij het ingangsexamen geneeskunde deed de wenkbrauwen fronsen. Om nog maar te zwijgen van het beklag over de dalende leerresultaten dat niet weg te denken is in het debat over het onderwijs.
Die negatieve spiraal leidt tot een bedrukte sfeer rond het onderwijs en zet een zichzelf waarmakende voorspelling in werking: hoe negatiever het maatschappelijk beeld, hoe minder aantrekkelijk een opdracht in het onderwijs is. Wie voelt zich daar nog toe aangetrokken?
Een nieuw schooljaar lijkt in dat beeld bijna op een donkere gang: een plek waar leerlingen ongemotiveerd hun tijd uitzitten en leerkrachten enkel nog hun uren kloppen. Maar die perceptie staat in schril contrast met wat er op 1 september écht te zien was.
Leerkrachten die klaarstaan met plannen en ideeën, met zorg en aandacht voor elk kind. Leerlingen die de speelplaats oplopen met een boekentas vol nieuwsgierigheid. Ouders die hun kind toevertrouwen aan mensen die ze nog niet kennen, maar wel willen vertrouwen.
De school is voor directies, leerkrachten en begeleiders meer dan een werkplek: het is een plek waar ze hun ziel in leggen. Velen zijn al weken voordien bezig met hun klassen klaar te maken, materiaal te verzamelen, een nieuwe structuur uit te denken. Zoals die leerkracht die midden augustus al in haar lokaal stond om zelf een leeshoek in te richten, of die starter die met een knoop in de maag haar eerste lessen voorbereidde — en toch bleef doorgaan. Omdat het ertoe doet. Deze week nog ontvingen we 30 nieuwe directeurs die in het katholiek onderwijs gestart zijn. Zij volgen een intensief vormingstraject dat over een langere tijd zal lopen. Maar wat hen drijft, is een diepere motivatie om mee het verschil te maken voor jongeren.
Want samen met leerlingen en studenten op weg gaan, de wereld in al zijn dimensies helpen openen, samen leren leven, samen zin zoeken: dat vraagt een grote professionaliteit. Maar het is precies de magie van dát proces die maakt dat ook leerkrachten en docenten telkens reikhalzend uitkijken naar een nieuw schooljaar.
Bron: Het Belang van Limburg