Ides Nicaise: ‘Langdurige werkloosheid: je blaast toch geen dijk op zonder evacuatieplan?’

De theorie is die van een elektroshock: door het wegvallen van de uitkering zullen de werklozen in actie komen en de tienduizenden openstaande vacatures eindelijk invullen. Maar de realiteit is natuurlijk complexer. Langdurig werklozen passen niet zomaar in die vacatures: ze hebben niet de geschikte vaardigheden, kennen geen Nederlands, hebben gezondheidsproblemen of zitten met een zorgbehoevend gezinslid thuis. Sommigen zijn zelfs deeltijds aan het werk, maar kunnen geen voltijds werk aan.
Stopzetting werkloosheidsuitkeringen na 2 jaar is geen tewerkstellingsplan maar besparingsplan
Vroegere follow-up studies over geschorste werklozen toonden aan dat 20 à 25 procent een paar maanden later aan het werk was (wellicht deels ten koste van langere wachttijden voor andere werklozen), 30 procent een bijstandsuitkering aangevraagd had en de resterende helft van de radar verdwenen was. Federaal minister van Werk Clarinval vertrouwt erop dat deze laatsten kunnen terugvallen op het inkomen van hun familie.
Rechteloosheid
Dat klopt maar gedeeltelijk, want we zien de armoede onder werklozen stijgen bij elke besparingsmaatregel. Heeft het feit dat zij niet naar het OCMW stappen niet eerder te maken met drempelvrees, stigmatisering en een gevoel van rechteloosheid?
Kortom, de stopzetting van de werkloosheidsuitkeringen na twee jaar is geen tewerkstellingsplan, maar een besparingsplan waarvan de werklozen het gelag betalen. Gelukkig zijn de centrumpartijen er nog in geslaagd de scherpste kanten ervan af te vijlen. Zo zijn er nog uitzonderingen en overgangsmaatregelen vastgelegd voor werkzoekenden in opleiding, voor knelpuntberoepen en voor psychisch of medisch kwetsbare werklozen.
Maar voor de oudere werklozen heeft men niet genoeg gevijld: meer dan driekwart onder hen (vooral vrouwen) verliest ook hun uitkering. In het parlement is men geschrokken van de ‘collateral damage’ van het haastige besparingswerk.
Maar kijk ook eens naar het ruimere plaatje: beleeft de hele wereldeconomie geen elektroshock? Oorlog en handelsoorlog alom, de arbeidsmarkt stokt, de jeugdwerkloosheid neemt toe. Waartoe dient dan onze ‘sociale bescherming’? Is dit echt het moment om de komende jaren 184.000 werklozen op straat te zetten?
Communautaire dimensie
Het is een publiek geheim dat deze ingreep in de sociale zekerheid een belangrijke communautaire dimensie heeft: bijna de helft van de ‘weg-bespaarde’ werklozen woont in Wallonië en bijna een kwart in Brussel. In verhouding met de beroepsactieven betekent dat 2,7 keer zoveel in Wallonië als in Vlaanderen.[1]
Wie een dijk opblaast moet vooraf een grondig evacuatieplan opstellen
Het Waalse en het Brusselse Gewest zullen dus meer dan proportioneel de lasten naar zich toegeschoven krijgen van de besparingen op federaal niveau. Maar meteen geeft dat onevenwicht ook weer hoezeer de langdurige werkloosheid bepaald wordt door structurele factoren (zoals de veerkracht van de regionale economie) eerder dan individuele levenskeuzen.
Wie doelbewust een dijk opblaast moet vooraf een grondig evacuatieplan opstellen. Daar is tot nu toe weinig van te merken. De regering gaat hoofdzakelijk uit van een neoliberale logica dat de langdurig werklozen zelf hun problemen zullen oplossen. Dat zal slechts voor een beperkt deel van hen gebeuren.
Langdurige werkloosheid uitroeien doe je niet door de betrokkenen het mes op de keel te zetten, maar door te zorgen voor een geloofwaardig regionaal en industrieel beleid. Daarvoor wast de federale regering haar handen in onschuld, want daar zijn de Gewesten voor verantwoordelijk.
Maar in dit geval is er veel meer nodig, aangezien de tienduizenden die op straat gezet worden geen fitte geschoolde middenklassers zijn. Er gaapt een grote afstand tussen de beschikbare arbeidsplaatsen en de betrokkenen, om de hogervermelde redenen.
400 miljoen euro voor OCMW’s
Nu heeft de federale regering wel 400 miljoen vrijgemaakt voor de OCMW’s om de begeleiding naar werk, gekoppeld aan integrale dienstverlening, te verzekeren. Daarbij rijzen vier grote vragen.
Ten eerste, heeft men er rekening mee gehouden dat zonder extra inspanningen slechts 25 à 30 procent van de geschorste werklozen zich bij de OCMW’s zullen aanmelden? Laat men de anderen dan aan hun lot over?
Ten tweede zien enkele OCMW’s de toekomst wel optimistisch tegemoet, omdat ze kunnen bogen op een langere ervaring met aanklampende activering en reeds specifieke subsidies hebben gekregen om hiermee te experimenteren, maar de meeste OCMW’s kreunen nu reeds van de ene crisis naar de andere. Gaat men nu ook nog de volledige verantwoordelijkheid voor deze langdurig werklozen naar hen toeschuiven?
Ten derde heeft de Federale Regering haar toelagen gekoppeld aan resultaatsvoorwaarden: hoe zouden de OCMW’s op enkele maanden tijd resultaten kunnen boeken die VDAB, Actiris en Forem jarenlang niet hebben kunnen waarmaken? Is zo’n avontuur voor hen wel de moeite waard?
En ten vierde: het voorziene budget voor alle OCMW’s samen bedraagt 400 miljoen, terwijl de geraamde besparing in de werkloosheid alleen al in 2026 1,7 miljard bedraagt. Per betrokken werkloze uitgedrukt, ziet dat er niet echt genereus uit.
Hoe dan ook, de federale regering blijft verantwoordelijk voor de sociale bescherming en voor het OCMW-beleid. Om te beginnen zou zij moeten zorgen voor een minimale ‘uitval’, door zoveel mogelijk rechtstreekse dossiers van werklozen door te laten schuiven van de RVA naar de OCMW’s.
Dat kan alvast gebeuren voor gezinshoofden en alleenstaanden, waarvan men bij de RVA weet dat zij geen ander inkomen hebben. Dat is een zaak van goed bestuur, volgens het principe van automatisering van rechten. Samenwonenden zouden minstens actief geïnformeerd moeten worden over de mogelijkheid om steun van het OCMW aan te vragen.
Sociaal bloedbad
De gewesten zijn dan weer verantwoordelijk voor de toeleiding naar werk. Zelfs in het welvarende Vlaanderen met zijn krappe arbeidsmarkt wordt het een sociaal bloedbad als er geen degelijk plan wordt opgesteld waarbij verschillende departementen (Werk en Sociale Economie, Onderwijs, Welzijn, Binnenlands Bestuur) betrokken worden.
Wil je de situatie van langdurig werklozen ontwarren, dan moet je meerdere maanden investeren
De paradox is dat de Vlaamse regering zelf volop in besparingsmodus zit: zowel de VDAB als in het volwassenenonderwijs staan – zacht uitgedrukt – onder hoogspanning omwille van de zware aangekondigde besparingen. En van een specifiek doelgroepenbeleid ten aanzien van de plus-twee-jaar-werklozen staat in de beleidsnota’s weinig te lezen, behalve dan het (tot hiertoe louter papieren) voorstel van de samenlevingsjobs.
Wil je de complexe situatie van langdurig werklozen ontwarren, dan moet je durven meerdere maanden of zelfs jaren in hen te investeren: in hun vaardigheden, hun gezondheid, hun huisvesting, hun mobiliteit, hun connectiviteit, hun gezin, zodat ze duurzaam uit hun situatie van afhankelijkheid kunnen geraken. Daarom experimenteert ATD-Vierde Wereld bijvoorbeeld in Frankrijk nu al bijna tien jaar met ‘buurten zonder langdurige werkloosheid’. Er is een speciaal wettelijk kader voor geschapen.
Alle relevante actoren (werkgevers, vakbonden, gemeente, publieke diensten, verenigingen) slaan er de handen in elkaar in lokale tewerkstellingscomités met als gemeenschappelijke agenda: voortdoen totdat de laatste persoon die langdurig verstoken was van betaald werk en die wil werken, een job op maat heeft, met alles erop en eraan. Een contract van onbepaalde duur, een volwaardig loon en volledige sociale zekerheidsdekking, sociale begeleiding en opleiding en deelname aan het reilen en zeilen van het bedrijf.
Natuurlijk lukt dat niet op enkele maanden tijd. En natuurlijk vergt het ook heel wat publieke investeringen. Maar mits een goede afbakening van de doelgroep en de ondernomen activiteiten en een gezond beleid qua doorstroming naar regulier werk, worden deze buurten zonder langdurige werkloosheid op enkele jaren tijd maatschappelijk zeer rendabel.[2]
Bron: De Wereld Morgen
https://www.dewereldmorgen.be/artikel/2025/06/11/langdurige-werkloosheid-je-blaast-toch-geen-dijk-op-zonder-evacuatieplan/