Tim Brys: ‘Generatieve AI lokt ons in de val met de geur van gratis’

Generatieve AI zit in de eerste fase van enshittification. Vandaag mag ze soms nog naar rozengeur ruiken, morgen zal dat heel anders zijn. Denk maar niet dat u er dan uw neus voor zult ophalen. Dan begrijpt u het proces van enshittification niet: zelfs als het stinkt, zult u naar AI blijven terugkomen voor meer.
Misschien helpt een definitie: van enshittification of ‘platformverloedering’ is sprake wanneer een online omgeving voor de gebruiker steeds minder voordelen heeft, omdat de aanbieder meer winst nastreeft.
Neem nu Facebook. In de beginperiode was alle functionaliteit van het platform gericht op de gebruiker, die enkel berichten zag van vrienden en familie, en af en toe een blij weerzien had met uit het oog verloren kennissen.
Omdat het steeds moeilijker werd om het platform te verlaten – je zou namelijk al je connecties verliezen – kon Facebook overschakelen op winst maken: tussen familiefoto’s en jeugdherinneringen werden ‘gesponsorde’ berichten van adverteerders verweven. Zo raakte de originele ervaring steeds dieper bedolven onder een laag shit, en werden de zakken van Facebooks aandeelhouders steeds voller gevuld.
Monopolies
Bij enshittification wordt het product in kwestie – Facebook, Google of Tiktok – gratis of heel goedkoop aangeboden om zo veel mogelijk gebruikers er verslaafd aan te maken. Dankzij miljardeninvesteringen konden techbedrijven lang genoeg verlieslatend opereren tot alle concurrentie voor hun vernieuwende technologie verdwenen was en ze het monopolie hadden. Vervolgens konden ze overschakelen op een winstgevend businessmodel, ten koste van de gebruiker.
Generatieve AI-bedrijven zitten vandaag in de eerste fase van enshittification: basisversies van ChatGPT, Gemini en Claude zijn gratis, en de prijs van betalende versies ligt ver onder de ware kosten. OpenAI bijvoorbeeld, maakte 5 miljard dollar verlies in 2024. De inkomsten uit betalende gebruikers (3 miljard dollar) dekten verre van de kosten om de AI-modellen te trainen en te operationaliseren. Het bedrijf schat in 2029 voor het eerst winst te zullen maken. De gecumuleerde verliezen zullen tegen dan 44 miljard bedragen.
Intussen bieden OpenAI en Google hun respectieve chatbots gratis aan Amerikaanse universiteiten aan, in de hoop honderdduizenden studenten te binden aan hun product, en Microsoft Copilot probeert zich op zo veel mogelijk werkvloeren onmisbaar te maken. De techbedrijven streven naar nieuwe monopolies. Tenzij ze plots de echte kosten van hun AI zullen doorrekenen, zal de volgende fase van enshittification ingaan en de gebruikerservaring grondig wijzigen. Reclame zal niet expliciet nodig zijn – een chatbot kan op veel subtielere wijze je voorkeuren sturen. Chatbots lijken nu al verslavender te zijn dan sociale media en hun neiging je naar de mond te praten, belooft weinig goeds voor de psychologie van het individu en de samenhang van de maatschappij. Maar adverteerders en aandeelhouders zullen juichen!
Gratis maaltijd
In België is er een verbod op verkoop met verlies. Zo’n verbod gaat monopolievorming tegen. Het geldt echter alleen voor goederen, niet voor diensten. Daar zullen goede redenen voor zijn, maar gaan die redenen nog op in de digitale wereld? De monopolies die techbedrijven opbouwen, komen ons alleszins niet ten goede. De Europese Digital Markets Act van 2022 probeert daar iets aan te veranderen, maar het is afwachten of die het verschil zal maken.
‘There is no such thing as a free lunch’ , luidt het gezegde, en dat is ook hier het geval. Er is altijd een rekening te betalen. Soms zijn we zelf de pineut, als we verslingerd raken aan sociale media, er onbewust gemanipuleerd worden en onze mentale gezondheid erop achteruitgaat. Soms betalen anderen het gelag. De tienduizenden Kenianen bijvoorbeeld, die voor minder dan twee dollar per uur ChatGPT moeten finetunen en trauma’s overhouden aan de schokkende beschrijvingen van kindermisbruik, bestialiteit, moord, zelfmoord, marteling, zelfverwonding en incest die ze bij het nog ruwe model moeten censureren.
Of we dragen collectief de kosten. Want de stroomvretende AI-modellen drijven enorm het energieverbruik op van techbedrijven, die hun klimaatdoelen stilletjes laten varen: Microsoft stoot 29 procent meer broeikasgassen uit dan vijf jaar geleden, Alphabet, het bedrijf achter Google, 50 procent meer; bij beide ligt de oorzaak grotendeels bij AI.
Correcte prijs
We zijn het gewend dat diensten op het internet gratis zijn. De psychologische, morele, politieke en ecologische kosten die eraan vasthangen zijn echter niet te verantwoorden. Die gaan ons in de toekomst nog een serieus poepje laten ruiken. Vandaar: beleidsmakers en bedrijfsleiders, doe ons alstublieft de correcte prijs betalen voor digitale producten. Maak dat de klimaatkosten, de eerlijke lonen voor werknemers, de prijs om de technologieën te ontwikkelen en ze draaiende te houden allemaal verrekend worden. Dan zullen het duurzame producten zijn en kan veel onwenselijke fall-out achterwege blijven, zoals inbreuken op onze privacy, manipulerende en polariserende algoritmes, mensonwaardige omstandigheden voor werknemers en ecologisch catastrofale praktijken.
En, medegebruikers: we moeten beseffen dat niets gratis is, en dat ons huidige gebruik van digitale producten onhoudbaar is. AI en andere technologie kan veel goeds betekenen voor de wereld, maar daarvoor zullen we bereid moeten zijn om de echte kosten te betalen. Deze oproep zal waarschijnlijk weinigen gelukkig maken. Maar misschien is onze opvatting van wat ons gelukkig maakt wel een deel van het probleem.
Bron: De Standaard