David Dessin: ‘De tijd van de Afrikaan’

Of het nu de berichtgeving over de homofobe wetten van Uganda is of de gruweldaden gepleegd tussen christenen en moslims in de Centraal-Afrikaanse Republiek, het christendom in Afrika komt bij ons maar zelden in een positief licht in de media.

Hoog tijd om wat achtergrond te geven bij een religieuze groep die tegen 2050 één derde van het christendom zal uitmaken, dubbel zo groot zal zijn als haar Europese noorderburen, en héél wat enthousiaster.

Niet via de missionarissen

Allereerst enkele clichés uit de weg ruimen: Europeanen gaan nog steeds vaak uit van het Christendom als een blanke, Westerse ideologie. Als het al buiten Europa bestaat is het daar recent gebracht door Victoriaanse missionarissen of overijverige Amerikaanse televangelisten.

De realiteit echter is dat het christendom zich al van het begin gelijktijdig over de verschillende continenten verspreidde. In de eerste eeuwen was Afrika en Azië al het rijkste veld voor missionarissen. Het is in deze landen dat de christelijke kunst, literatuur en muziek, de monastiek en de eerste tradities begonnen zijn. Terwijl de meeste Europeanen nog in hutten leefden beschikten de Ethiopische en Nubische kerken al over rijke liturgische tradities.

Een bamboehouten kruis

Het is ook erg modieus tegenwoordig om de uitbreiding van het Christendom te begrijpen in termen van imperialistische expansie, van het opleggen van Europese standaarden aan de rest van de wereld. Voor de wantrouwige moderne geest vormt bekeringswerk een vorm van onwetend paternalisme of een verdoken vorm van imperialisme. Wie films als At Play in the Fields of the Lord (1991) met John Lithgow als fanatische en seksueel gefrustreerde prediker heeft gezien weet het wel. Zelf in onze eigen handboeken als Historia vinden we een lezing van de missionarissen als instrumenten van het imperialisme. Als die stereotypen enige waarde hebben valt het echter maar moeilijk te begrijpen dat de christelijke groei er zo snel kwam, of het einde van de Europese politieke macht kon overleven.

Het christendom is echter ook altijd een bron van politiek verzet geweest. Reeds in de 17e eeuw leerde de Kongolese Kimpa Vita in een visioen dat Jezus en de apostelen eigenlijk zwarte Kongolezen waren geweest, en dat zij als taak had het koningkrijk Kongo terug in ere te herstellen. In 1706 werd ze als een heiden en ketter verbrand maar haar bekering vormde een patroon voor de ontwikkelingen van de kerk in Afrika in de eeuwen daarna. Daarbij geraakten individuen telkens opnieuw vervreemd van de oorspronkelijke kerk en werden in een directe openbaring van God opgeroepen die kerk in ere te herstellen, dwz. in zijn ‘oorspronkelijke’ Afrikaanse vorm. Tot in de 20e eeuw bleven zulke profetieën opduiken.

De Liberiaan William Wadé Harris bijvoorbeeld werd in de vroege 20e eeuw door de engel Gabriel als profeet aangesteld. Hij gooide zijn dure Europese kleding af (en daarmee ook de macht van de verwesterde Afrikaanse elite) en begon met een zelfgemaakt bamboehouten kruis over heel West-Afrika te prediken. Zijn christendom was weinig Europees te noemen en vormde een mengeling van orthodoxie en voodoo.
Het bleef overigens lang niet altijd bij profetieën. In 1915 organiseerde de baptistische missionaris John Chilembwe een gewapende aanval tegen de Britse heerschappij in het huidige Malawi. Het eerste moderne Afrikaanse verzet tegen het imperialisme in termen van nationalisme en sociale rechtvaardigheid was stevig gegrondvest op christelijke fundamenten.

God is het vangnet

Tijdens de grote dekolonisatie van Afrika, eind jaren ’50 en jaren 60 van de vorige eeuw, floreerde de kerk in Afrika als nooit tevoren. Gedurende de politieke en raciale crisissen tussen de jaren ’60 en ’90 zijn vele zwarte Afrikanen echter wel overgestapt naar de onafhankelijke kerken, de African Initiated Churches (waarvan de oudste teruggaat tot het 4e eeuwse Ethiopië). Dit geldt in het bijzonder voor Zuidelijk Afrika, maar ook voor landen als Zimbabwe en Botswana. De explosieve groei die het christendom er meemaakte duurt echter tot op vandaag voort.

De historicus Kenneth Woodward vergelijkt deze groei van het christendom in Afrika met die in het oude Europa: net zoals de noorderlijke volkeren het christendom pas aanvaarden na het verval van het Romeinse rijk keren hedendaagse Afrikanen zich tot het Christendom in tijden van economische en politieke chaos. Net zoals in de 3e eeuw lidmaatschap van een christelijke kerk meer bescherming bood dan het label civis Romanus, brengt het christendom ook vandaag in Afrika een sociaal vangnet dat de falende politiek vervangt.

Het geloof van sommige Afrikaanse kerken is ook erg gebaseerd op een reciprociteit tussen de gelovige en God die in een Europese verzorgingsstaat eerder op hoongelach zou onthaald worden. In een samenleving die wordt gekenmerkt door armoede, een gigantisch aantal ziektes en hoge kindersterfte is genezing en economisch overleven echter een voortdurende nood. Van de religie wordt dan ook verwacht dat ze tot reële en observeerbare resultaten leidt, van een God wordt verwacht dat hij de dagelijkse problemen helpt oplossen. En tot op zekere hoogte lijkt dit ook te lukken.

Recent onderzoek in de pinksterbeweging bijvoorbeeld heeft aangetoond hoe drastisch het lidmaatschap van een kerk het leven van een vrouw in armoede kan veranderen. Met haar nadruk op het gezin, op mannelijke verantwoordelijkheid en kuisheid vormt de kerk immers een ideale plaats om een goede echtgenoot te vinden en de levensstandaard te verhogen.

De tijd van de Afrikaan

Aan het begin van de 21e eeuw is één derde van de wereldbevolking christen, ongeveer hetzelfde ratio als aan het begin van de vorige eeuw. De politieke machtsverhoudingen zijn echter radicaal veranderd. Op de site van het Pew-forum kunnen we het centrum van het christendom vanaf het begin van de 20e eeuw heel snel zien verschuiven, weg van Europa en richting het hart van Afrika.

De groei van wat men de ‘black spirituality’ noemt heeft ook enorme implicaties voor het wereldwijde christendom in de 21e eeuw. Niet alleen zal Afrika binnen enkele decennia reeds het spirituele centrum van de religie vormen, de enorme migratiegolven zullen ook honderden miljoenen christenen in een Afrikaanse diaspora over Azië, Amerika en Europa doen verspreiden. Dit christendom verschilt enorm van haar Europese variant, en zal een onvoorspelbare impact hebben op het wereldwijde christendom. Philip Jenkins vat dit samen in het volgende citaat van een Nigeraanse pastoor uit de pinksterbeweging: ‘This is the time of the African. The Europeans have had their time, the Asians have had their time, the Americans have had their time. The black man is going to read the last Gospel before the coming of Christ. It’s our time.’

 

Bron: De Redactie – 28 mei 2014

Laat een reactie achter