Maarten Larmuseau: ‘Gelukkige (biologische) Vaderdag!’

Zondag vieren we in Vlaanderen Vaderdag (behalve in Antwerpen, waar ze graag hun eigen koers varen). Jonge kinderen overhandigen knutselwerkjes terwijl oudere kinderen aanschuiven voor koffie en taart met een lastminutecadeau onder de arm. Een mooie traditie die de bijzondere band tussen kind en vader onderstreept, of dat toch zou moeten doen.
Maar wat bedoelen we precies met ‘vader’? Er zijn in onze samenleving meerdere aspecten aan die rol verbonden: juridisch, sociaal, emotioneel en biologisch. De mensen die we op Vaderdag in de bloemetjes zetten, hoeven uiteraard niet aan al die aspecten te voldoen. Een plusvader kan emotioneel veel waardevoller zijn dan een afwezige biologische vader.
Toch betekent dat niet dat het biologische aspect géén waarde heeft. Het is net die biologische dimensie die opvallend vaak wordt onderbelicht of zelfs genegeerd. Dat merk ik in de verhalen die ik tegenkom in mijn onderzoek naar biologische verwantschap nu en vroeger. Ik zie het in de persoonlijke getuigenissen van mensen die worstelen met hun gebrek aan kennis over die band, zoals bij donorkinderen, adoptiekinderen of mensen die ontdekten dat hun vader niet hun biologische vader is.
Veel getroffenen vertellen dat ze de zoektocht naar hun afkomst als iets fundamenteel menselijks ervaren, maar in de berichtgeving van de voorbije week ging het vaak alleen over het onpersoonlijke: onze wetgeving, Deense spermabanken en de technische mogelijkheden.
Vele problemen rond spermadonatie – waarvan we volgens minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) nog maar het topje van de ijsberg gezien hebben – zijn ontstaan vanuit het idee dat alleen die sociale vader ertoe doet. Zoals ik zelf mag ervaren in academische debatten, bots je nog altijd op weerstand als je het belang van biologisch vaderschap benoemt.
“Haal het lab uit de discussies rond de betekenis van ouderschap”, krijg ik dan soms te horen. Biologische relaties worden gereduceerd tot symboliek, onderbouwd met filosofische gedachte-experimenten. Daarbij duikt dan het nogal onpersoonlijke woord ‘verwekker’ op in plaats van ‘vader’ als een bewuste poging om het belang van biologische verwantschap te minimaliseren.
Existentiële vragen
Maar dat ís geen onbelangrijk gegeven. De ‘verwekker’ levert de helft van iemands genetische informatie. Dat beïnvloedt niet alleen hoe je eruitziet of welke talenten je hebt, maar ook je medische aanleg en je risico op erfelijke aandoeningen.
Kinderen die hun biologische vader niet kennen, worden daarom ook vaak geconfronteerd met existentiële vragen. Van wie stam ik af? Op wie lijk ik? Wat zit er in mijn genen? Heb ik aanleg tot medische aandoeningen? Die vragen zijn geen luxeprobleem. Uit recent wetenschappelijk onderzoek dat we voerden samen met collega’s in Canada, blijkt dat de onverwachte ontdekking dat een vader niet je biologische vader is, diepe psychische sporen kan nalaten. Mensen worstelen vaak met identiteitsverlies, familiale breuken, depressieve gevoelens en zelfs posttraumatische stress.
Menselijkheid centraal
Uiteraard lopen individuele reacties sterk uiteen. Sommigen vinden biologische afstamming helemaal niet van belang voor hun identiteit. Maar juist die diversiteit onderstreept waarom dat onderwerp meer erkenning en nuance verdient. Het belang van biologisch vaderschap erkennen betekent uiteraard ook niet dat sociaal of emotioneel ouderschap minderwaardig zou zijn – het gaat er net om ruimte te geven aan álle aspecten van verwantschap.
De afschaffing van anonieme spermadonatie, zoals voorzien in het federale regeerakkoord, is een belangrijke eerste stap. Maar dat is pas het begin. We moeten eerst ten gronde erkennen dat biologisch vaderschap relevant is en dat de ervaring ervan diep persoonlijk kan zijn. Donorschap mag dus niet louter als een technisch fenomeen benaderd worden. De menselijkheid die erbij komt kijken, moet centraal staan.
Vaderschap is een complex gegeven en kent verschillende aspecten en visies. Juist daarom is Vaderdag het ideale moment om stil te staan bij wat vaderschap voor onszelf betekent én te beseffen dat die betekenis voor anderen die onrustig zoekende zijn, minder vanzelfsprekend is.
Bron: De Standaard