Simon Van Damme: ‘Een verhaal over verdriet, hoop… en taart’

Op een miezerige donderdagavond wordt een alleenstaande vader met zijn twee kinderen op straat gezet door de huurbaas. Wie er precies verantwoordelijk is voor het drama – de vader of de huisbaas – maakt niet meer uit, het kwaad is immers geschiedt: doorweekte kinderen op de stoep en een radeloze vader die huilend door zijn knieën zakt. Sommigen “zagen het al lang aankomen”.

De mensen uit het dorp kenden de vader als een sukkelaar. Een werkloze dronkaard. Een loser. Hij zou beter moeten weten, zeker omdat hij alleen verantwoordelijk is voor twee kinderen. Anderen legden de schuld dan weer bij de huisbaas: hoe harteloos moet je zijn om kinderen in de regen op straat te zetten? Automatisch is men geneigd om één van de twee kanten te kiezen.

De vraag wie nu het meest schuldig is, is echter niet de essentie van dit verhaal. Want net toen de vader dacht dat alles verloren was, tikte iemand op zijn schouder. Tot zijn verbazing stond daar de buurman. ‘Meneer pastoor?’ stamelde de vader. ‘Kom’, zei de priester en hij gaf de man zijn paraplu. Doordat hij het hele drama gezien had, leefde hij mee met het gezin. Ze mochten overnachten in de pastorij. Uiteindelijk heeft ‘meneer pastoor’ voor het hele gezin nieuwe kleren gekocht, ze mee uit eten genomen en hen aan een nieuwe huisbaas geholpen. De vader heeft sindsdien zijn leven weer op orde en tot op de dag van vandaag houden de twee nauw contact met elkaar.

Ik hoorde dit verhaal voor de eerste keer via een kennis, die het op zijn beurt gehoord had van een andere gebuur die in diezelfde straat van de pastorij woont. Onbelangrijk detail? Helemaal niet. De priester in kwestie is namelijk een vriend van onze familie en we gaan geregeld eens op bezoek voor een goed gesprek met een lekker stuk taart. Hij had nog nooit een woord gerept over dit verhaal.

Op een bepaald moment was ik te nieuwsgierig en vroeg ik hem of het verhaal echt gebeurd was. Er viel een stilte en hij antwoordde simpelweg: ‘Ja.’ Toen ik hem vroeg waarom hij dit nog nooit eerder verteld had, verscheen er een glimlach op zijn gezicht en hij zei: ‘Mijn rol in het verhaal is niet van belang. Het belangrijkste is dat die mensen geholpen zijn’, en hij at rustig verder van zijn stukje taart.

Dit is nu de essentie van dit verhaal: door iets te doen voor een ander, zonder er iets voor terug te verwachten en zonder er over op te scheppen kunnen we wel degelijk een positieve invloed uitoefenen op het leven van anderen. We kunnen wel degelijk de wereld veranderen. Deze internationale dag tegen de armoede kan een oproep zijn om onvoorwaardelijk iets te doen voor een ander. En wie weet, wanneer u zelf ooit hulp nodig heeft, tikt er iemand bij u op uw schouder.

Bron: De Wereld Morgen

Laat een reactie achter