Steven Van Hecke: Europa gooit eigen geloofwaardigheid aan diggelen

Uitstel is klaarblijkelijk besmettelijk. De Britse premier Theresa May had er al een patent op. Sinds ze aan de macht is, heeft ze de ene na de andere beslissing voor zich uitgeschoven: artikel 50, de opstart van de onderhandelingen, de keuze over welke soort brexit, het parlement betrekken en aartsvijand Labour inschakelen. Zo ging kostbare tijd verloren.

Nu krabbelt ook de EU telkens terug. Niemand wil een no deal, zowat het enige waarover Londen en Brussel akkoord gaan. Maar de EU-leiders durven de Britten niet voor het blok te plaatsen. De eigen rode lijnen worden ingetrokken en May krijgt opnieuw meer tijd om het brexitakkoord te redden.

Die toegeving komt er zonder waterdichte garanties, want zolang het VK blijft, is May slecht geplaatst om ‘een oprechte samenwerking’ met de EU voorop te stellen. Ze heeft nauwelijks autoriteit en slaagt er niet in een meerderheid van het Lagerhuis te overtuigen. Hoe geloofwaardig kan je dan beloven dat de Britten zich na de Europese verkiezingen zullen gedragen?

De staatshoofden en regeringsleiders durven de Britten duidelijk niet voor het blok te plaatsen.

Daarmee is duidelijk dat de Europese Raad de brexitproblemen heeft geïmporteerd, zonder grenscontroles noch douanetarieven. Hij was er nochtans in geslaagd de bal consequent in het Britse kamp te leggen. Dat de overige lidstaten keurig op dezelfde lijn zaten, was een onverwacht succes. Maar dat lijkt nu verleden tijd. Met als resultaat een slecht compromis tussen kort en lang uitstel. 31 oktober is te kort om wezenlijke veranderingen te verwachten aan Britse kant zoals een tweede referendum of vervroegde parlementsverkiezingen.

Paasvakantie

Van heronderhandelen is geen sprake, herhaalde Europees Raadsvoorzitter Donald Tusk. Bovendien zal er voor Halloween geen alternatief zijn voor de fameuze backstop, het vermijden van een harde grens tussen de Ierse Republiek en Noord-Ierland. Om het akkoord alsnog goed te laten keuren is er te weinig tijdsdruk. Tusk heeft het parlement aangemaand tot spoed, maar veel indruk heeft dat niet gemaakt. Tot 23 april duurt de paasvakantie en er is geen sense of urgency om vroeger te vergaderen. Als start van het nieuwe uitstel kan dat tellen.

Tegelijk neemt de onzekerheid over de Europese Parlementsverkiezingen toe. Het is nog niet uitgemaakt of de Britten nieuwe vertegenwoordigers zullen aanwijzen. Organiseren ze geen stembusslag op 22 mei, dan dondert het VK op 1 juni uit de Unie. Over elk ander scenario bestaat weinig of geen duidelijkheid. Welke politici zullen zich aan de overkant van het Kanaal warmlopen om maximaal vier maanden in Brussel en Straatsburg te zetelen?

Een gebrek aan leiderschap dreigt de Unie zuur op te breken.

Zelfs die termijn staat niet vast, want er kan altijd nog extra uitstel verleend worden, of May kan artikel 50 intrekken. Maar zullen de Britse parlementsleden zich onthouden als een nieuwe Commissievoorzitter moet aangeduid worden? May kan dat niet garanderen. De Britten liggen traditioneel dwars, dus waarom zouden de harde brexiteers dat uitgerekend nu niét doen?

Ook voor de fracties en hun onderlinge machtsverhouding is het onzekerheid troef. Juridisch zijn er natuurlijk altijd oplossingen. En in Brussel zijn ze doorgaans kundig en creatief genoeg om dat tot een goed einde te brengen. Maar politiek? De aanslepende brexitsoap tast nu ook de geloofwaardigheid van de eigen EU-instellingen aan, met alle gevolgen van dien voor de publieke opinie. Een gebrek aan leiderschap dreigt de Unie zuur op te breken.

 

Bron: De Tijd

Laat een reactie achter