Steven Van Hecke: ‘Het kneusje van de verkiezingsrace’

Politieke commentatoren en politicologen zijn het doorgaans over weinig eens behalve wanneer de term ‘samenvallende verkiezingen’ valt. Dat we in België op een en dezelfde dag naar de stembus trekken om onze regionale, federale en Europese volksvertegenwoordigers aan te duiden, genereert allerlei perverse effecten. In zijn commentaar wees Karel Verhoeven (DS 23 mei) er bijvoorbeeld terecht op dat vanwege die samenvallende verkiezingen Europese thema’s onvoldoende aan bod komen in de campagne. ‘De overal opdravende partijvoorzitters wagen zich niet aan Europa’.

Die vermaledijde samenvallende verkiezingen steken nog op een aantal andere manieren stokken in de wielen van onze democratie. Zo zijn Europese thema’s al langer geen exclusief domein meer van de Europese Parlementsverkiezingen. Sinds de eurocrisis zijn Europese standpunten deel geworden van nationale kiescampagnes. Denk aan de Griekse en Nederlandse parlementsverkiezingen of de Franse presidents­verkiezingen. Feitelijk draaiden ze uit op een referendum over het door de nationale beleidsmakers te voeren Europabeleid. Dat is volkomen legitiem, want de regeringen van de lidstaten bepalen mee de richting die de EU uitgaat, naast het Europees Parlement, zoals Caroline de Gruyter beargumenteert (DS 24 mei).

Nationaal Europees debat

Verschillende beleidsniveaus raken meer en meer met elkaar vervlochten, ook en vooral op politiek vlak, wat resulteert in meer aandacht voor Europa bij niet-Europese verkiezingen. De migratiecrisis heeft bij uitstek aangetoond dat ook in de nationale politiek Europese beleidskwesties worden beslecht. Zo’n ‘Europese’ nationale stembusslag is daarom in verschillende gevallen heel heilzaam gebleken. Burgers hebben dan het gevoel dat ze kunnen wegen op het Europabeleid van hun regering.

We weten bitter weinig over de Europese plannen van De Wever, Jambon, Crevits of Rutten

In België blijven we verstoken van zo’n nationaal Europees debat. Net omdat er samenvallende verkiezingen zijn, wordt over Europese thema’s nagenoeg uitsluitend gedebatteerd met kandidaat-Europarlementsleden. Dat is natuurlijk ontzettend belangrijk, want die 21 Belgisch politici zullen de komende vijf jaar mee timmeren aan EU-wetgeving voor een half miljard burgers. Maar het is slechts de helft van de Europese democratie. Ook regionale en federale kopstukken zouden zich over heikele Europese kwesties moeten uitspreken. Als ministers zullen ze namens Vlaanderen of België standpunten innemen en wegen op EU-beslissingen. Maar vanwege de samenvallende verkiezingen weten we dus bitter weinig over de Europese plannen van De Wever, Jambon, Crevits of Rutten. Een gemiste kans.

De Europese stembusslag heeft bovendien geen enkel disruptief ­effect op de nationale politiek. De Europese verkiezingen blijven zonder gevolg, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de lokale verkiezingen. De uitslag van 8 oktober 2018 heeft duidelijk een impact gehad op de Wetstraat en de politieke strategieën van de politieke partijen. Dat dat nu bij ons uitblijft, zou ons bijna doen vergeten dat in alle andere EU-lidstaten de Europese verkiezingen wel een verstorend karakter hebben voor het nationale politieke systeem. Toegegeven, de aankondiging van het ontslag van de Britse eerste minister Theresa May hing al een tijdje in de lucht en wellicht was de verwachte desastreuze uitslag van haar Conservative Party niet eens nodig om haar richting de finale exit te duwen. Maar in veel andere landen zitten de toppolitici nagelbijtend de Europese uitslag af te wachten.

Marianne Thyssen

Naast de klassiekers (lage opkomst, lauwe campagne, desinteresse voor Europa maar meer aandacht voor extremen) is het ook en vooral uitkijken naar de effecten op nationaal vlak. De Spaanse premier Pedro Sanchez wacht de uitslag van de Europese parlementsverkiezingen af om met zijn regeringsformatie van start te gaan. In Duitsland wordt volop gespeculeerd over een kanselierswissel: Angela Merkel zou na zondag de plaats ruimen voor CDU-voorzitter Annegret Kramp-Karrenbauer. Niet toevallig komt begin juni de partijtop achter gesloten deuren bijeen, hoewel ook de sociaaldemocraten eerder al de stekker uit de Bondsregering kunnen trekken, zeker als de uitslag ferm tegenvalt in de deelstaatverkiezingen van Beieren. In Denemarken fungeren de Europese verkiezingen als generale repetitie voor de parlementsverkiezingen op 5 juni en in Italië zet een overwinning van Matteo Salvini de instabiele coalitieregering verder onder druk.

In België zullen we het effect van de Europese machtswissels pas voelen op het ogenblik dat de federale regeringsonderhandelaars een kandidaat-commissaris moeten voordragen, zoals met Marianne Thyssen in de zomer van 2014. Daarmee is de nieuwe regering wellicht uit de startblokken, maar is andermaal een kans gemist om aan het Europese beleidsniveau de aandacht te schenken die het verdient. Uitgerekend bij ons, waar het belang van de Unie nauwelijks ter discussie staat, wordt dus minder dan in andere lidstaten over Europa gedebatteerd. Met dank aan de vijfjaarlijkse samenvallende verkiezingen.

Bron: De Standaard

Laat een reactie achter