Jos Wouters: ‘Geen enkele leerling spreekt thuis Nederlands’
BERINGEN – Volgens nieuwe gegevens van het ministerie van Onderwijs is basisschool De Horizon in Beringen de op één na ‘zwartste’ school van het land. “Wij hebben 164 leerlingen die thuis allemaal een andere taal dan het Nederlands spreken”, zegt directeur Jos Wouters. “Maar dat schept geen noemenswaardige problemen.”
De schoolpopulatie van De Horizon in Beringen telt nu 162 Turkse kindjes, één Kosovaars en één Bulgaars. “Maar als ik me niet vergis spreken ze daar thuis ook Turks”, zegt directeur Jos Wouters. “Ik vind dat niet vreemd, nee. Onze school is een perfecte afspiegeling van de woonsituatie in de cité. Tot in de jaren zeventig woonden hier in de wijk ook nog jonge Vlaamse gezinnen met kinderen, maar die zijn nu verouderd of verhuisd. Ook de Italiaanse en de Poolse families met schoolkinderen zijn nagenoeg allemaal verdwenen. Er zijn vrijwel alleen Turkse families overgebleven.”
Wouters geeft toe dat de grote concentratie anderstalige kinderen wel voor specifieke problemen zorgt, maar een struikelblok naar goed onderwijs is het niet. “De media focussen wel op potentiële problemen van de ‘zwarte’ school. We horen ook wel eens commentaar van mensen die maar niet begrijpen dat wij islamlessen geven, ‘en dat dan nog wel in een katholieke school’. Maar of onze leerlingen nu Turks of Nederlands spreken, dat maakt voor ons geen verschil. Wat ons wel bezighoudt, is dat onze leerlingen vaak kansarm zijn. Ook kansarme kinderen hebben recht op goed onderwijs in een veilige, vertrouwde omgeving, door deskundige leerkrachten.”
Achterstand
“Op de speelplaats wordt overwegend Turks gesproken. Soms schakelen kinderen over op Nederlands als een leraar in de buurt komt. Maar dat is geen punt. Je kan die kinderen moeilijk dwingen om Nederlands te spreken. In de klas schenken we uiteraard wel heel veel aandacht aan Nederlands als taalvak. We willen onze kinderen een zo goed mogelijke basis geven, zodat ze klaar zijn voor het secundair onderwijs. We kunnen de taalachterstand niet altijd wegwerken. Maar ik denk niet dat dit uitsluitend een gevolg is van het feit dat we een concentratieschool zijn. Ook in een gewone ‘witte’ school, waar geen of weinig Turkse kinderen zitten, haal je die achterstand niet in.”
“We slagen er wel in om, ondanks de andere thuistaal en het gebrek aan aanleg dat er ook vaak wel is, toch een goed onderwijsniveau te handhaven. Op het einde van het zesde leerjaar geven we de kinderen een advies over de studierichting die ze zullen kiezen. De overgrote meerderheid gaat naar het algemeen of technisch secundair onderwijs. En negentig procent van de leerlingen blijft de eerste twee jaar in de aangewezen richting. Daarna zien we wel dat leerlingen afzakken naar een lager niveau. Alleen is dat niet door de basis die ze bij ons meekregen, maar wel door het gebrek aan controle door ouders. Op hun veertiende, vijftiende krijgen die leerlingen plots andere aandachtspunten, dan het goeddoen in school.”
Zee
Werken met allochtone kinderen kan ook wel eens tot vreemde situaties leiden. “Een paar jaar geleden trok ik met een klas van zestien laatstejaars naar zee. In de trein bleek dat geen enkele van die zestien leerlingen ooit in de trein had gezeten. Geen enkele had ooit al de zee gezien. Ik kon mijn oren niet geloven. De zee en de trein; dat is iets dat elk kind toch moet gezien hebben? Voor Vlamingen is dat dus evident, maar voor de leerlingen in een ‘zwarte’ school is het dat veel minder.”
Bron: Het belang van Limburg – 11 april 2011