Bernard Spitz: ‘Niet Pinksteren!’

Sinds jaar en dag hoor ik rond Pinksteren iemand in de (Franstalige) media vurig pleiten om de religieuze feestdagen af te schaffen. Totnogtoe in de woestijn. Ongeacht de oorsprong blijft de extra verlofdag blijkbaar voor de meesten toch nog een geschenk.

Maar nu we praktisch alle dagen horen dat we meer en langer gaan moeten werken, of misschien terug wat minder lang leven, klinkt die stem nog luider. En ook in Vlaanderen wordt het debat om de religieuze feestdagen af te schaffen of te vervangen stilletjes op gang getrokken.

Geest

Het is ook opvallend dat vooral Pinksteren onder vuur komt te liggen. Pinksteren is dan ook al geen gemakkelijk feest en velen weten niet goed (meer) wat ze zich daarbij moeten voorstellen. Met Kerstmis heeft immers bijna heel de wereld nog bomen en bollen en lichtjes en muziek en gezelligheid en zelfs vrede. Met Pasen klokken en eieren en chocolade en misschien hoop. Maar Pinksteren? Het lijkt wel het feest van een geest die zich enkel bekommert over de bezettingscijfers in de horeca. Maar, als er dan toch christelijke feestdagen afgeschaft moeten worden, laat het dan net niet Pinksteren zijn!

Zijn we na de recente voorvallen van bijna grenzeloze en steeds meer grimmige agressie niet op zoek naar wat veilige geborgenheid in onze multiculturele maatschappij? Neemt de schrik niet toe voor een samenleving waar terug Babylonische spraakverwarring heerst en de vele gemeenschappen elkaars taal niet meer verstaan, laat staan naar elkaar luisteren? Stuiten we niet op een groeiende maar ook eindige onmacht om zelfs met een escalatie van blauw op straat het land op poten te houden en horen we niet toenemend de vraag naar waarden en persoonlijke verantwoordelijkheid? Tegelijkertijd wordt het oorverdovend stil als we die waarden concreet moeten inkleuren. Als christenen dan een evangelische invulling geven van die waarden, klinkt er langs vele kanten plots wel protest.

Vurige tongen

Net het Pinksterverhaal lijkt me hierin erg aanstekelijk en de moeite waard om te herontdekken. Misschien even het verhaal in herinnering brengen. Nadat Christus zijn leerlingen definitief had verlaten en na een periode van grote angst bij die leerlingen, vatten ze uiteindelijk de moed om de Blijde Boodschap te verkondigen. Dit bovendien in een volkomen vernieuwde geest die brak met het oude systeem. Ze maakten bij die verkondiging geen enkel onderscheid tussen rang en stand, volk en natie, taal en cultuur.

Dat is de wezenlijke en tegelijk ook concrete betekenis van Pinksteren. Ontstond er over culturen heen geen groot begrip en eensgezindheid? Maar belangrijker nog: werden de menigten niet door een groot verhaal van hoop bewogen? Niet door uitwendige ordehandhaving, maar door de warmte van de ‘vurige tongen’. Een eigen energie die mensen de moed geeft om bruggen te slaan, om breder dan in hokjes te denken, om te durven uitkomen voor wat waar en goed is in hun ogen en daarin alle mensen insluit.

Misschien alleen al daarom blijft Pinksteren best een universele Hoogdag. Zeker niet alleen voor christenen, maar voor alle mensen van goede wil.

 

Bron: De Redactie

Laat een reactie achter