Jan Goossens: ‘Ook in Oost-Congo zullen vrouwen en meisjes als eerste ten prooi vallen aan geweld en onveiligheid’

Wanneer plots een groot onheil het nieuws beheerst, zijn vergelijkingen nooit veraf. Met wat er dezer dagen gebeurt in Afghanistan, komen ook de voorbereidingen van de terugtrekking van de MONUSCO, de vredesmacht van de Verenigde Naties in Oost-Congo, in het vizier.

Het gevaar van de kracht van een vergelijking schuilt in de realiteit van het terrein die er dikwijls omgekeerd evenredig mee is. Maar een reflectie dringt zich hier wel op.

Vandaag lijken er specialisten over elkaar heen te struikelen om hun mening te ventileren over Afghanistan, en meteen ook schuldigen aan te duiden. Inclusief de oplossing uiteraard. Anderen zwijgen bedachtzaam en trachten te begrijpen wat er gebeurt. Van niet-kritisch weten naar kritisch niet-weten is slechts een kleine stap.

Maar wat iedereen wél weet is dat de vrouwenrechten, ondanks de beloften van de Talibanleiders, alweer wankelen op de rand van de afgrond.

‘Ook in Oost-Congo zullen vrouwen en meisjes als eerste ten prooi vallen aan geweld en onveiligheid.

Met “Moeders voor vrede” weten Jennie Vanlerberghe en haar medewerkers wellicht als geen ander hoeveel enkele decennia strijd het gekost heeft om de elementaire rechten van meisjes en vrouwen een beetje te vrijwaren.

Een gelijkaardige strijd voert ook Dr. Denis Mukwege (Nobelprijswinnaar voor de Vrede 2018) al vele jaren. Als directeur van het Panzi-ziekenhuis nabij Bukavu in Oost-Congo, behandelen hij en zijn team tot op de dag van vandaag, wekelijks om en bij de 40 vrouwen die slachtoffer werden van seksueel geweld.

Deze verhalen zijn deel geworden van de lijdensweg van het Congolese volk dat slachtoffer is en blijft van een corrupte elite die amper tegenwind krijgt van de internationale gemeenschap, met op de achtergrond de strijd om de grondstoffen.

Een mozaïek van ruim 120 gewapende groepen, zowel Congolese als buitenlandse, terroriseren de bevolking van Oost-Congo in de meest mineraalrijke zones met ontvoeringen, moorden, rooftochten, verkrachtingen. Seksueel geweld is voor hen een oorlogswapen om grip te houden op de rijke ondergrond.

Een recent rapport van Artsen Zonder Grenzen laat niets aan de verbeelding over: in Congo werden in 2020 om en bij de 11.000 vrouwen slachtoffer van seksueel geweld met meer dan de helft daarvan in Oost-Congo.

In een poging om het geweld in de regio enigszins in te dijken riep de Congolese president Tshisekedi enkele maanden geleden de noodtoestand uit voor de provincies Ituri en Noord-Kivu, maar ook in Zuid-Kivu en bij uitbreiding in ganse Oost-Congo blijven onveilig.

De vraag is vooral wat dit finaal zal uithalen nadat de burgers, de militairen terug zullen vervangen. Als de militieleden geen waardig alternatief krijgen voor hun roofzucht, dan zullen ze snel hervallen in dezelfde oude “gewoonten”.

Daar komt nog bij dat het nu al duidelijk is dat er onder het militaire bewind geenszins minder doden vielen. En ondertussen zijn er hogere officieren van het Congolese leger opgepakt die miljoenen dollars verduisterden, die bestemd waren om de noodtoestand te financieren.

Het nieuws dat er vorige week vrijdag elf Amerikaanse militaire experten in Congo zijn aangekomen om het Congolese leger bij te staan, met name in de regio rond het Virungapark, is door de gebeurtenissen in Afghanistan helemaal ondergesneeuwd, maar zeker niet onbelangrijk. Hun doel is om mee te helpen de vrede in het oosten van het land te handhaven én te strijden tegen de Allied Democratic Forces (ADF) die tot nader order nog steeds beschouwd worden als Oegandese islamitische rebellen.

De dag nadien keurden de Congolese eerste minister Jean-Michel Sama Lukonde en het hoofd van de MONUSCO, Mevrouw Bintou Keita het plan goed voor de terugtrekking van de MONUSCO-troepen tegen 2024.

Dat de slagkracht van de MONUSCO ondermaats is, is genoegzaam geweten. Er is veel discussie over de gevolgen van de terugtrekking van de MONUSCO: voor de ene kan het vertrek van de logge en dure VN-machine (kostprijs 1,5 miljard dollar per jaar) niet snel genoeg gaan, voor de andere betekent hun vertrek een linea recta naar verdere implosie van het land en een nog groter verval in corruptie, straffeloosheid en kleptocratie. Een keuze tussen de pest en de cholera dus.

De VN staat ondertussen met het moralistische vingertje te schudden naar de taliban in Afghanistan om toch zeker de vrouwenrechten te respecteren. Tegelijk ligt in hun schuiven in New York het fameuze Mapping Report over de situatie in Congo te verstoffen, tot ergernis en frustratie van Dr. Mukwege en vele anderen. Vrouwenrechten en de strijd tegen geweld op vrouwen zijn slechts op papier een prioriteit.

Sinds de verabsolutering en de ideologisering van ons “groen bewustzijn” is de honger naar grondstoffen enkel exponentieel gestegen. Dat is koren op de molen van het amalgaam aan milities en de machthebbers in Oost-Congo, die daar baat bij hebben.

Al in 2002 klaagde de onlangs overleden Mgr. Monsengwo de roofzucht van buitenlandse bedrijven en mogendheden aan voor wat betreft het verschepen van grondstoffen uit Oost-Congo: hij noemde het een politiek en moreel schandaal.

Wie bovenstaande puzzelstukken samenlegt, ziet de bui al hangen. Een terugtrekking van de MONUSCO riskeert, mits doordacht en visionair inzicht, een ‘Oost-Congistan’ te creëren zoals we dat heden ten dage in Afghanistan meemaken. Als allereerste zullen het de vrouwen en meisjes zijn die ten prooi zullen vallen aan onveiligheid, verkrachting, verstoting, uitsluiting en stigmatisatie. Vrouwenrechten zullen nog meer dan vandaag, een volatiel begrip zijn.

Maar alvast enkele zaken kunnen in Oost-Congo niet meer gebeuren: dat we verantwoordelijken het land zien uitvluchten met zakken vol geld zoals president Ashraf Ghani van Afghanistan, immers hun buitenlandse rekeningen zijn al geruime tijd gespijzigd.

Of de komst van Chinezen die in zeven haasten graaigrage mijncontracten tekenen, want die documenten liggen al lang terug in Peking.

Wat in Afghanistan dezer dagen gebeurt is dramatisch.

Alleen mag het ons er niet toe verleiden om bij wat er o.a. in Oost-Congo gebeurt, onze schouders op te halen.

‘Onverschilligheid is een stil sterven van menselijkheid’, las ik onlangs ergens. Laat ons hopen dat wereldleiders dit adagium voor ogen houden.

Bron: Knack

Laat een reactie achter