Kolet Janssen: ‘Allerzielen: een zachte kans om even hand in hand te wandelen met de dood’

Het hele jaar door gaan er mensen dood. Er gaat geen dag voorbij of er sterven mensen in de wereld, in ons land en zelfs in onze eigen gemeente, als die enige omvang heeft. Dat vinden we niet vreemd, zolang het bij anderen gebeurt. Het is de loop van het leven, het lot van de mens. De gemiddelde leeftijd stijgt en mensen blijven langer gezond, maar vroeg of laat gaan ze toch dood. Verreweg de meeste mensen in ons land sterven een natuurlijke dood, of sneuvelen aan een of andere ziekte. Het aantal gewelddadige overlijdens is (gelukkig) bijzonder klein.

Als er dichter bij ons, in onze vriendenkring of familie, iemand sterft, schrikken we wel even. Zeker als het iemand is die jonger, levenslustiger, gezonder, actiever was dan wij. Dan beseffen we een minuut lang haarscherp dat het ons ook ooit gaat overkomen. Maar eigenlijk blijft het onvoorstelbaar. Bij het ouder worden voelen we hier en daar wel iets kraken, in onze botten of in ons brein. Maar we zijn nog met zo veel bezig. Er is nog zo veel dat we willen lezen, bekijken, bezoeken, bedenken. We hebben geen tijd om dood te gaan!

Opruimen

Wanneer moet een mens zich beginnen voor te bereiden op de dood? En hoe pak je dat aan? Je kunt er geen bachelordiploma in halen. Het helpt om in je leven regelmatig geconfronteerd te worden met verlies. Verlies van geliefden, van dromen, van bezittingen. Want loslaten kun je oefenen. Maar zoiets kun je niet regisseren, en wie zou er trouwens voor kiezen om in zijn leven veel verlies mee te maken? We schuiven het liever voor ons uit.

De recente rage van opruimen in je huis en in je leven, heeft ook een klein randje dat raakt aan afscheid en dood. Er zijn dingen waarvan je afstand doet omdat je ze niet meer nodig hebt, omdat je in een andere levensfase bent beland. Ooit komt er een dag dat je in je laatste levensfase belandt en heel veel mag opruimen, maar daarover spreken die opruimboeken niet. Al kan het een eerste stap zijn om niet te veel ballast te verzamelen, die het loslaten alleen maar moeilijker zal maken.

Misschien is het goed om af en toe na te denken over je eigen levenseinde, vooral als het nog veraf lijkt. Wat wil je dat er met je lichaam gebeurt? Een graf, een urne, of waaien in de wind?  Het is handig als er mensen om je heen zijn die weten wat jij verkiest. Ook dat doen we veel te weinig en vaak te laat, als het al pijnlijk is geworden om het uit te spreken. Bij deze: ik droom van een graf vol kleine witte bloemetjes, die de hele zomer bloeien. Ik heb geen scrupules om mijn nabestaanden met mijn wensen op te zadelen, want als het mislukt, heb ik er toch geen last meer van.

Doodgewoon

Halloween helpt mij niet echt om met de dood om te gaan. De angst voor de dood verjaag je niet met uitgeholde pompoenen of smakeloze skeletversieringen. Natuurlijk is doodgaan lelijk en afschrikwekkend, maar tegelijk ook doodgewoon. Geef mij maar een zonnige of druilerige namiddag op een grote begraafplaats vol chrysanten. Dan wandel ik van rij tot rij en lees alle namen. Ik reken de leeftijden uit, ontcijfer de banden tussen de grafgezellen die samen een plek delen, mijmer over de begeleidende spreuken. En ik zie hoeveel mensen, oud en jong, het graf van hun geliefden bezoeken. Ik bekijk de lege plekjes en weeg er de mooie en minder mooie kanten van af, al weet ik wel dat ik niet zelf mag kiezen.

Allerzielen is een zachte kans om even hand in hand te wandelen met de dood. Om hier en daar een glimp te zien van de hoop dat het beste van mensen nooit verloren gaat. Om te weten dat we verbonden blijven met al wie voor ons was en al wie na ons komt. Om te hopen dat we ooit mogen rusten in de schoot van God.

Bron: vrtnieuws.be

Laat een reactie achter