Dries Deweer: ‘De Mantelzorgers van de democratie’

We gaan er prat op democraten te zijn. Op marginale extremisten na, zijn we allemaal fan van de democratie, al was het maar omdat het de minst slechte bestuursvorm is die de mensheid heeft voortgebracht. In onze verheerlijking durven we nochtans vergeten waar het echt om gaat.Wat is democratie?

Wanneer men ons zou vragen wat nu eigenlijk van belang is om te kunnen spreken van een democratie, wat komt er dan over onze lippen? Vrije verkiezingen, dat schiet ons wellicht te binnen. In een begenadigd moment voegen we daar nog onafhankelijke rechtspraak aan toe, wanneer de val van Leterme ons te binnen schiet. Tegenwoordig is het recht om te spotten met wat een ander heilig acht ook een populair antwoord. Zij die ooit gestreden hebben voor de democratie wisten wel beter: Vrijheid, gelijkheid, broederlijkheid, dat is de kern van de democratie. We kunnen het zelfs eenvoudiger formuleren: Elke mens telt. Als we willen, hebben we niet eens een ezelsbruggetje nodig om dat te kunnen onthouden.

Formele en procedurele elementen, zoals vrije verkiezingen, scheiding der machten en alle grondwettelijk gewaarborgde civiele, politieke, sociale, economische en culturele rechten zijn uiteraard geen bijzaak. Als elke mens telt, dan is er echter geen beter maatstaf om de kwaliteit van een democratie van af te lezen, dan de manier waarop de maatschappij omgaat met de meest kwetsbaren in haar midden: kinderen, bejaarden, vluchtelingen, daklozen, enzovoort. Laat ons dus een kleine steekproef uitvoeren, door in te zoomen op één van die groepen, namelijk de mensen met een handicap.

Zorgen

Het verhaal van de wachtlijsten is welbekend. De zorgnood is groot, de plaatsen zijn beperkt, de middelen nog beperkter. Het creëren van bijkomende plaatsen krijgt daarom prioriteit. Voor de renovatie of vervanging van bestaande infrastructuur is nauwelijks of geen budget. Wie één plus één optelt, ziet de bui al hangen. Steeds meer mensen moeten een plaats krijgen, zelfs waar de instelling in kwestie al lang rijp is voor de sloop. In plaatsen waar alleen de schimmel goed gedijt, zou een beschaafde samenleving hooguit champignons kweken. Wij steken er onze mentaal gehandicapten. Niet dat dergelijke toestanden de norm zijn, maar wat het een schande maakt, is dat waar het wel het geval is, een oplossing niet eens in het vooruitzicht kan worden gesteld.

De beleidsmakers denken ondertussen het ei van Columbus gevonden te hebben. “Vermaatschappelijking van de zorg” heet dat dan. Concreet wil men ervoor zorgen dat mensen minder beroep doen op peperdure instellingen, door hen thuis de nodige zorg aan te bieden. Een mooi principe is dat – oost west, thuis best, weet u wel. Alleen wordt de druk daarmee bij de mantelzorgers gelegd. Hoeveel oog het beleid heeft voor de ondersteuning van die mensen bleek vorige week nog in het intrieste verhaal van de regeling voor werkloze mantelzorgers. Dezelfde ideologie speelt ook binnen de instellingen. Daar streeft men naar de vervanging van professionele zorgverleners door vrijwilligers uit de omgeving van de bewoners. Hoe je dat duurzaam en even kwalitatief geregeld krijgt in een maatschappij waar iedereen verwacht wordt langer en harder te werken, het is mij een raadsel. Het mag duidelijk zijn, zonder te werken aan een kader waarbinnen mensen in staat zijn om extra zorgtaken op zich te nemen is het ganse discours van vermaatschappelijking van de zorg een platte besparing op de kap van de weerlozen.

De prijs van de liefde

Mensen met een handicap hebben uiteraard niet allemaal nood aan een plek in een instelling. Velen hebben weinig tot geen zorg nodig, maar wel ondersteuning. Als elke mens telt, dan moeten we mensen met een functiebeperking in de mate van het mogelijke in staat stellen om hun leven uit te bouwen zoals elke andere mens. Wanneer die mensen dat dan ook doen, dan laten we hen echter vallen als een baksteen. Kijk maar naar wat er gebeurt wanneer zij gaan samenwonen met een partner. Vanaf het moment dat die partner een normaal inkomen heeft, trekt de overheid zich terug. Het recht op een inkomensvervangende en integratietegemoetkoming vervalt.

In een maatschappij waar tweeverdieners de norm geworden zijn, horen we geregeld hoe moeilijk het is voor alleenstaande ouders om de eindjes aan elkaar te knopen. Trek deze lijn door naar de situatie van gezinnen waarvan één van de ouders een ernstige handicap heeft, waardoor die persoon niet kan gaan werken – of geconfronteerd wordt met de kortzichtigheid van werkgevers die alleen een handicap zien. Eén kostwinner moet dan niet alleen opdraaien voor het huishouden, maar ook voor alle medische en aanverwante kosten die een handicap met zich meebrengt. De ‘prijs van de liefde’ wordt dit genoemd. Cynische poëzie. In het huidige regeerakkoord staat, net zoals in de voorgaande regeerakkoorden, dat daar iets aan gedaan zal worden, ‘rekening houdend met de budgettaire ruimte’. U raadt al hoeveel er gebeurd is. Zal het deze keer anders zijn?

Aanval op de democratie

De grote pleitbezorgers van de democratie mogen eens stil staan bij wat democratisch bestuur betekent. Is dat elk bestuur dat gesteund wordt door de helft plus één van een legitiem verkozen vertegenwoordigend orgaan? Of is er naast deze kwantitatieve benadering ook een kwalitatieve standaard?

Tegenwoordig zijn we blijkbaar zonder morren in staat om miljoenen euro’s op tafel te leggen voor het veiligheidstheater dat ons zogezegd moet beschermen tegen een aanval op de democratie. Blijkbaar zijn we vergeten dat we zelf de democratische idealen al lang in de prullenmand hebben gegooid. Dat is immers wat er gebeurt wanneer sommige mensen niet meetellen, zoals toen we het normaal zijn beginnen vinden om noodzakelijke zorg en ondersteuning op te schorten tot we geld te veel hebben, alsof dat ooit het geval is.

 

 

Bron: De Redactie – 23 februari 2015

Laat een reactie achter