Jan Rosier: ‘Vooral de farmasector wint bij de geheime contracten met de overheid’

Minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) sluit geheime contracten met de farmasector om prijskortingen te bedingen. De voorbije drie jaar werden 120 geheime contracten met de farma-industrie verlengd of nieuw gesloten voor de terugbetaling van innovatieve geneesmiddelen. Die contracten zijn intussen goed voor 2,36 miljard euro. In 2014 ging het nog maar om een half miljard. Ondertussen staat er in de Verenigde Staten een geneesmiddel in de stijgers met een prijs van om en bij de 4 miljoen dollar voor één behandeling. We staan aan het begin van een prijzentsunami waarbij het extra therapeutische voordeel van sommige nieuwe medicijnen zeer kritisch onder de loep zal moeten worden genomen.

Je kunt alleen maar gelukkig zijn bij het zien van ouders die door de farmadeal hun dochtertje zien heropleven. Maar dat maakt de farmadeals nog niet respectabel. Het geneesmiddel dat het meisje heeft gered, is er gekomen doordat het farmabedrijf topambtenaren en politici de arm omwrong – moreel chanteerde, zelfs, volgens sommigen. Het is niet omdat een beslissing gunstig is voor een gezin dat het proces dat tot de beslissing heeft geleid niet moreel discutabel is. Voor één Vlaams gezin dat nu kan gebruikmaken van de ‘farmadeal’, zijn er honderden gezinnen in andere Europese lidstaten die door de prijsstrategieën van de farmasector die medicijnen niet kunnen gebruiken.

Beleidsmakers geven vaak aan dat ze zich onder druk gezet voelen om voorwaarden te aanvaarden die ze als ongunstig beschouwen. De onbeschikbaarheid, onbetaalbaarheid en de vertraagde marktintroductie van medicijnen zijn problemen die niet beperkt blijven tot lage- en middeninkomenslanden. Publieke betalers in Australië, Canada, lidstaten van de Europese Unie, de Verenigde Staten en Nieuw-Zeeland hebben het steeds moeilijker om betaalbare toegang tot medicijnen te garanderen.

Democratisch deficit

Ondanks hun bereidheid om te betalen, kregen kleine hoge-inkomenslanden sommige van de nieuwe medicijnen niet aangeboden. In landen met lagere medicijnprijzen zoals Griekenland, Spanje of Portugal werden medicijnen soms pas maanden of jaren na hun eerste introductie – meestal in Duitsland – op de markt gebracht, zo merkte het WHO Collaborating Centre for Pharmaceutical Pricing and Reimbursement Policies op. In Duitsland zijn medicijnen al 133 dagen na goedkeuring beschikbaar, in Roemenië duurt dat bijna tweeënhalf jaar. We verbinden ons ertoe, zo oppert de Europese Federatie van Farmaceutische Bedrijven en Verenigingen (Efpia), om binnen de twee jaar na de goedkeuring van de producten in elke lidstaat een prijs te vinden. Dat dit moeilijker wordt gezien de prijszetting van de nieuwste geneesmiddelen, hoeft niet te verbazen.

Om de onderhandelingspositie van de lidstaten te versterken is meer pan-Europese samenwerking nodig. Dat is ook in het voordeel van de farmabedrijven, die daardoor hun transactiekosten zien dalen, omdat afzonderlijke overeenkomsten met lidstaten niet meer nodig zijn. Toch verkiest de farmasector die afzonderlijke overeenkomsten boven lagere transactiekosten, omdat ze zo haar onderhandelingspositie versterkt. Het zou ­naïef zijn om van de industrie te verwachten dat ze prijstransparantie nastreeft en zo haar onderhandelingspositie verzwakt. Maar geheime, niet-transparante prijsafspraken en kortingen verhinderen de samenleving om de overheidsuitgaven onder de loep te nemen. Dat is een democratisch deficit dat het vertrouwen in de overheid ondermijnt, zoals Vandenbroucke terecht opmerkt. De toenemende publieke vraag naar een gecoördineerde internationale actie leidde tijdens de Wereldgezond­heidsvergadering (WHA) van 2019 tot een WHO-resolutie waarin werd opgeroepen tot grotere transparantie.

Economisch getheoretiseer

De industrie beweert dat (niet-transparente) kortingen haar in staat stellen om lagere prijzen aan armere landen aan te bieden, dat de huidige prijzen nodig zijn om de hoge kosten van onderzoek en ontwikkeling (O&O) te dekken en dat kostentransparantie O&O-investeerders zou kunnen afschrikken. Voorstanders van transparantie beweren dat geheimhouding juist de hoge prijzen veroorzaakt en effectieve investeringen belemmert. Er is niet veel empirisch bewijsmateriaal over de effecten van prijstransparantie (er is wel veel economisch getheoretiseer). Daarom vroegen onderzoekers van het Nederlandse kankerinstituut zich af wat er zou gebeuren mocht er volledige transparantie over prijs- en O&O-kosten zijn. Ze voerden een experiment uit waarbij de farmaceutische markt van de EU in een laboratoriumomgeving werd nagebootst. In een gerandomiseerde gecontroleerde studie analyseerden ze hoe deelnemers ­– 400 studenten uit vier Europese landen – onderhandelden in het huidige systeem van prijsgeheim in vergelijking met onderhandelingen waar ofwel alleen prijzen (prijstransparantie) of prijzen én O&O-kosten (volledige transparantie) worden vrijgegeven. Ze ontdekten dat volledige transparantie de prijzen deed dalen met 26 procent. Nora Franzen van het Nederlands Kankerinstituut besloot: “Ons onderzoek laat zien dat een verreikende transparantie zou kunnen bijdragen aan duurzame medicijnprijzen zonder de O&O-investeringen te remmen.”

Bron: De Standaard

Laat een reactie achter