Jurian Van Parys: ‘Mag ik nog geloven in vrede?’

Charles Michel vindt dat we meer moeten investeren in oorlogsindustrie. Ik vind dat we te vaak dat oorlogsdiscours horen. Waarom wordt niet meer aandacht besteed aan oproepen tot diplomatie of vredesgesprekken? De Standaard berichtte over “vredeskanselier” Olaf Scholz: “Poetin weet dat de zwakke schakel bij de bondgenoten van Kiev in Berlijn zit.”

Wat verwachten we eigenlijk van het grootste land van de EU? Willen we dat Duitsland de oorlogstrom roert? Europa heeft belang bij vrede en een duurzame relatie met Rusland. Duitsland is bij uitstek geschikt als bruggenbouwer tussen Oost en West. Het is goed en hoopgevend dat onze oosterbuur het hoofd koel houdt in een crisis.

Dit is een tijd om sterker op te komen voor de Europese belangen. Ik vind dat de Europese Unie tegen de verwachting in solidair en verantwoordelijk reageert in deze crisis. De beslissing om toetredingsonderhandelingen te starten met Oekraïne is moedig. Europa wordt snel minder naïef. Een Europese defensie-unie is hard nodig. Zo levert Scholz veel wapens om Oekraïne te verdedigen.

Je hoort weleens dat Rusland eerst militair verslagen moet worden vooraleer een toekomstige relatie overwogen kan worden. De Russische beer verslaan lijkt mij niet eenvoudig. Neem er even de wereldkaart en de geschiedenis bij.

Praten dan maar? Met wie? Het is te vroeg om te praten, tot het te laat is. Om de oorlog niet te laten escaleren is er geen alternatief voor dialoog, zelfs met je vijand. “Bemin uw vijand”, weten ook onze christelijke broeders en zusters in Rusland. Vrede bevorderen is geen naïeve, vrijblijvende opdracht, maar een harde doelstelling in tal van internationale verdragen. De preambule van het EU-verdrag herinnert aan “het historische belang van de beëindiging van de deling van het Europese continent en de noodzaak solide grondslagen voor de opbouw van het toekomstige Europa te leggen”. De Unie legt zichzelf het doel op de vrede te bevorderen. Het is niet zwak om te kiezen voor dialoog en diplomatie.

Het diplomatieke verkeer tussen staten wordt geregeld in het Verdrag van Wenen van 1961. Het verdrag lijst de functies van diplomatieke vertegenwoordigingen op. Die zijn niet min. Van het idealistische “bevorderen van vriendschappelijke betrekkingen tussen de zendstaat en de ontvangende staat” tot het specifieke “onderhandelen met de regering van de ontvangende staat”. Diplomatie is bij uitstek waardevol in het geval van verschillen of conflicten tussen volkeren. Ik verwijs naar de ontspanning in de relaties met Duitsland na de Tweede Wereldoorlog. Duitsland werd opgenomen in de EU. De uitdaging van vandaag is praten met Moskou over internationale veiligheid.

Ik zie een vredeskanselier met een positieve ingesteldheid. Zijn aarzeling, angst en twijfel lijken authentiek. Dat is niet zwak, maar sterk. Leiderschap naar mijn hart. Voor onze bescherming en veiligheid hoop ik dat Europese leiders als de Franse president Emmanuel Macron en kanselier Scholz ook inzetten op (stille) diplomatie. Zij horen te weten dat er draagvlak is voor vredesactie. Zoals de Italiaanse auteur Igino Giordani ons leert: “Als je vrede wilt, bereid dan de vrede voor.”

Bron: De Standaard

https://www.standaard.be/cnt/dmf20240319_96134497

Laat een reactie achter