Katrien Verhegge: ‘Een nieuw kinderrecht zou ons al veel vooruit helpen: het recht op verbondenheid’
Op de Internationale Kinderrechtendag pleit Katrien Verhegge voor een nieuw kinderrecht: het recht op verbondenheid. ‘Veel van de uitdagingen waar we voor staan kunnen we aanpakken door in te zetten op dit basisrecht.’
18 jaar geleden nam de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties het Internationale Verdrag voor de Rechten van het Kind aan. Het is een prachtig verdrag, waarin alle essentiële basisrechten van het kind opgenomen zijn. Rechten die nog steeds heel hedendaags zijn en een antwoord bieden op de complexe samenleving waarin wij, maar vooral onze kinderen, ons elke dag opnieuw verder moeten ontplooien.
Recht op leven, recht op identiteit, recht op non-discriminatie, recht op gezinshereniging, recht op meningsuiting, enzovoorts. Als we al deze rechten ten volle serieus nemen, hebben we een fantastische leidraad om onze samenleving te organiseren.
Toch lukt het ons zo moeilijk. We weten geen antwoord op de vele uitdagingen waar we voor staan. De rellen in Brussel en Antwerpen: jongeren slaan er alles kort en klein of bevolkingsgroepen staan regelrecht tegenover elkaar en denken het op te lossen met geweld. Het stijgende racisme in onze samenleving, gevoed door Koning Angst.
Angst voor alles en iedereen die we niet kennen. Een meisjesbende in Brugge die overgaat tot schrikwekkend pestgedrag. Het stijgend aantal kinderen in armoede. Het toenemend aantal jongeren en volwassenen met psychische problemen. Ik kan eindeloos doorgaan, maar deze opsomming is niet de kern van mijn betoog.
Ik wil op deze Internationale Kinderrechtendag een nieuw perspectief binnen de context van kinderrechten aanreiken. Het kan een rode draad zijn voor alle rechten in het kinderrechtenverdrag: het recht op verbondenheid. Veel van de uitdagingen waar we voor staan, kunnen we aanpakken door in te zetten op dit basisrecht.
‘Wisselvallig leven kunnen we alleen aan in verbondenheid’
Mensen zijn sociale wezens. Zonder zich omringd te weten, zonder enig contact, zonder enige vorm van ondersteuning kan een kind, kan een mens zich niet ontwikkelen. Elk kind heeft een ongelooflijke kracht in zich, een kracht om deel uit te willen maken van een groter geheel, een kracht om zich te verbinden met anderen. Het is wel een kracht die moet ondersteund worden en die niet onderdrukt of gesloopt mag worden door allerlei negatieve ervaringen.
Er gewoon mogen zijn
Hoe kunnen we dit kinderen meegeven? De kernzaak is kinderen het basisgevoel meegeven dat ze er mogen zijn en vooral ook dat ze mogen zijn wie ze zijn. Hen bevestigen in alle kleine stappen die ze zetten in het leven. Hen troosten als ze het gevoel hebben dat ze een stap niet kunnen zetten. Naast hen staan als ze een volgende stap willen zetten, maar daarbij dat extra duwtje of wat ondersteuning nodig hebben.
Eens ze dit voelen, zullen ze de kracht vinden om deel te nemen aan die ruimere sociale wereld. Ze zullen zich goed genoeg voelen om de buitenwereld tegemoet te treden en hun steentje bij te dragen tot de bredere samenleving.
Hoe vaak horen we niet dat verbondenheid datgene is wat jongeren van allochtone afkomst missen? Hoe vaak worden ze niet geconfronteerd met feit dat ze er niet echt bij horen? Dat ze net iets meer gecontroleerd worden dan anderen? Dat ze net iets meer een neen krijgen op al hun pogingen tot deelname aan de samenleving?
Hoe vaak horen we niet dat het verbondenheid is wat jongeren in armoede missen? Hoe vaak hebben zij moeten horen dat ze niet welkom waren op een verjaardagsfeestje? Dat ze niet mee konden op vakantie of uitstap? Dat ze er anders uit zagen?
Hoe vaak horen we niet dat verbondenheid net dat is wat jongeren met psychische problemen missen? Hoe vaak ervaren ze dat ze niet mee kunnen met de ratracevan het leven? Hoe vaak worden ze niet geconfronteerd met hun falen, omdat ze er alleen maar misnoegdheid voor krijgen, zonder aanmoediging om opnieuw te proberen.
Zal dit de vele uitdagingen waar we voor staan mee helpen aanpakken? Niet alles, maar ik ben ervan overtuigd dat het ongelooflijk veel kansen biedt. Een kind, een jongere die zich erkend voelt in het meest fundamentele recht dat we kunnen bieden, namelijk het recht op verbondenheid, zal een veel grotere kracht hebben dan wie dit moet missen.