Mark Van de Voorde: ‘De contradictie van De Wever’

De katholieke dialoogschool kreeg nogal wat monologen te verduren. Monologen halen hun gelijk uit het feit dat ze het gesprek niet aangaan. Het moment de gloire ervan is dan ook erg kortstondig. Bovenal als blijkt dat de snelle monoloog als onderwerp een karikatuur van de werkelijkheid had. Ook de werkelijkheid van de katholieke dialoogschool blijkt anders te zijn dan wat de afwijzende reacties ervan wilden maken.

Achterkant van de tong

De snelle – al te snelle – monologen van verzet laten door hun ondoordachte vinnigheid evenwel iets horen van de diepere intenties van wie reageerden. Dat is bijzonder interessant. Wie snel praat, laat de achterkant van zijn tong zien.

Zo leren we uit de reactie van Ann Brusseel (Open VLD) dat voor de liberalen de neutraliteit van de overheid niet voldoende is maar dat de volledige secularisering van de hele samenleving moet worden gerealiseerd. Partijgenoot Jean-Jacques De Gucht meent dat (daarom) lessen godsdienst uit het onderwijs moeten verdwijnen.

In een opiniestuk in De Morgen verdedigde hij de vrijheid van onderwijs: “De overheid heeft niet het monopolie op de waarheid”. Maar, voegde hij eraan toe, “enkel initiatieven die geen levensbeschouwelijke basis hebben, zullen kunnen rekenen op een erkenning en financiering door de staat”. Als het van Jean-Jacques De Gucht afhangt, worden gelovigen tweederangsburgers met minder rechten dan secularisten.

Wie wil opheffen?

De gehypete reactie van Bart De Wever (N-VA) – in “Terzake” herhaald door zijn Vlaamse fractieleider Matthias Diependaele – is nog interessanter. De Wever had het enerzijds over het feit dat “het katholiek onderwijs zichzelf opheft” door zijn plannen voor de katholieke dialoogschool. Anderzijds noemde hij “het gelaïciseerde christendom” het ideaal dat moet worden nagestreefd en voorbeeld moet zijn voor de islam.

Op het eerste gezicht een mening als een ander. Op het tweede gezicht evenwel een contradictie. Hij vindt dat de kansen die de Guimardstraat in haar scholen wil aanbieden voor (de dialoog met) andere levensbeschouwingen, het eigen levensbeschouwelijk (katholieke) karakter van dat onderwijs ondergraaft. Tegelijk echter meent hij dat het christendom gelaïciseerd moet zijn (en eigenlijk al is).

In wezen pleit Bart De Wever voor een niet langer christelijk geïnspireerd maar een gelaïciseerd katholiek onderwijs. Hoe kan hij het dan erg vinden dat het katholieke onderwijs zichzelf zou opheffen, hij wil immers zelf dat het gelaïciseerd zou zijn?

Gelaïciseerd christendom?

Tussen twee haakjes: zoiets als een gelaïciseerd christendom bestaat niet eens (dat is een contradictio in terminis). Mensen kunnen laïciseren, maar een religie niet, want dan is ze geen godsdienst meer. Het christendom is weliswaar een religie die kan thuishoren in een seculiere samenleving. Dat is iets anders dan wat De Wever beweerde. Een gelaïciseerde wereld hoeft niet in tegenspraak te zijn met het christendom.

De secularisering zit in het christendom zelf. “Geef aan de keizer wat de keizer toekomt, en aan God wat God toekom”, dit Jezus-woord is de grondslag van de scheiding van Kerk en Staat. Op Hemelvaartsdag hoorden de kerkgangers in de eerste lezing: “Mannen van Galilea, wat staat ge naar de hemel te kijken?” De aarde is ‘s mensen verantwoordelijkheid. De verlichting is overigens niet toevallig in het ‘christelijke’ Europa ontstaan en niet elders.

Dialoog té katholiek

Om terug te keren naar De Wevers reactie: vanwaar dan die contradictie van enerzijds de vrees voor de teloorgang van het katholieke karakter en anderzijds de wens voor een gelaïciseerd christendom? Dat antwoord vinden we in het derde belangrijk woord uit zijn reacties: “burgerschap” (wat Diependaele ook sterk benadrukte).

Een katholieke dialoogschool die de dialoog “van identiteit tot identiteit” wil aangaan met mensen uit verschillende levensbeschouwelijke achtergronden, moet in zekere zin katholieker worden. Ze moet haar eigen profiel duidelijker maken, zodat ze de dialoog kan aangaan. Enkel wie een echte overtuiging heeft, is in staat om tolerant te zijn.

Dergelijke katholieke dialoogschool past niet in wat De Wever en zijn partij voor ogen hebben. Matthias Diependaele liet duidelijk verstaan in “Terzake” dat die nadruk op de eigen identiteit hen niet zint, toen hij stelde dat “dialoogscholen religie opnieuw te veel gewicht geven in onze samenleving”. Dialoog is té katholiek blijkbaar.

Burgerschap

Het is nuttig om terug te bladeren naar de Onderwijsnota van N-VA, ‘Investeren in kennen en kunnen‘ (2012). Hierin pleit de partij onder andere om de pedagogische begeleiding van de netten weg te halen en exclusief toe wijzen aan zogenaamde ‘neutrale’ instanties boven de netten. Ook de CLB’s, organisaties voor leerlingenbegeleiding, zouden aan de netten moeten onttrokken. Het pleidooi voor lessen ‘burgerschap’ in plaats van religie – waardoor N-VA in de buurt komt van wat Open-VLD wil – past helemaal in die visie van wat in wezen een etatisering van het onderwijs is.

Of lessen burgerschap, die de levensbeschouwelijk identiteit van de leerlingen negeren, zoveel beter zouden zijn voor de integratie? Valt sterk te betwijfelen. In Frankrijk is het vak filosofie, dat grotendeels over burgerschap gaat, al vele decennia het alternatief voor godsdienstonderricht. Tot veel burgerzin bij de autochtone bevolking heeft dat alvast niet geleid en nog minder tot integratie van de allochtone bevolking.

Bron: vrtnws.be

Laat een reactie achter