Thomas Van Poecke: ‘Een jeugdbeweging is een inclusief verhaal’

Een jongen met een handicap is niet langer welkom bij zijn scoutsafdeling. “Als ik één iets moet noemen dat voor mij een jeugdbeweging zo bijzonder maakt, is het dat het gaat om een plek waar iedereen mee kan en zelfs mee moet.”

In een open brief reageert de vader van een 14-jarige scoutsjongen die aan de ziekte van Duchenne lijdt op het bericht dat hij recent van diens leiding ontving. “Als leidingsploeg zien wij het niet zitten om dit extra engagement aan te gaan.” Scouts & Gidsen Vlaanderen gaf al aan dat het om onhandige communicatie ging, dus laat de discussie daar niet over gaan. Maar hoe inclusief moet of kan een jeugdbeweging zijn?

Zelf ben ik vier jaar chiroleider geweest in Zellik, deel van de ‘Brusselse Rand’. In de groep zaten zowel kinderen met Vlaamse ouders als met ouders van een andere origine, kinderen die thuis Nederlands, Frans of een andere taal spraken, kinderen die het thuis breed of minder breed hadden en ook al eens iemand met een lichte fysieke of mentale beperking.

Als ik één iets moet noemen dat voor mij een jeugdbeweging zo bijzonder maakt, is het dat het gaat om een plek waar iedereen mee kan en zelfs mee moet. Er is niet iets zoiets als op de bank zitten bij een sportclub; er zijn geen A-, B- of C-attesten zoals op school. Je leert er als vanzelf met anderen omgaan en samenwerken, ook met diegenen waar je elders misschien niet meteen op af zou stappen. Het bivaklied van de Chiro – en ik ben er zeker van dat de Scouts ergens een gelijkaardige leuze heeft – luidt dan ook ‘vreemd wordt vriend en klein is groot; in onze ploeg valt geen een uit de boot’.

Een inclusieve oplossing is zeker niet altijd de makkelijkste en vraagt extra energie. En natuurlijk, ook voor de leiding hoort de jeugdbeweging in de eerste plaats een plek van ontspanning en plezier te zijn, en niet van extra zorgen. Maar een jeugdbeweging blijft wel gevestigd op waarden, omdat ze anders haar eigenheid dreigt te verliezen. Zo zijn de drie kernwaarden van Chirojeugd Vlaanderen graag zien, rechtvaardigheid en innerlijkheid. Melig misschien. Maar ze vatten wel waar het om gaat: graag zien doe je door te ‘aanvaarden dat iemand anders is’ en te ‘kiezen om elke mens te waarderen, zomaar, om wie die is’. Rechtvaardigheid houdt dan weer in ‘alle mensen te laten meespelen in onze samenleving’ en ‘je in de eerste plaats in te spannen voor wie het moeilijker heeft’.

Elke leider of leidster in eender welke jeugdbeweging neemt een schitterend maatschappelijk engagement op en verdient daarvoor bewondering. Maar of je dat nu wilt of niet, zo’n engagement brengt ook een zekere maatschappelijke verantwoordelijkheid met zich mee, die verankerd ligt in de waarden waarop jeugdbewegingen steunen. Akkoord, elk lid is anders, en veel hangt af van de draagkracht van de leidingsploeg in kwestie. Maar dat het in dit geval gaat om een jongen die al acht jaar in de Scouts zit, die zich daar goed voelt en er een vriendengroep heeft opgebouwd, doet vermoeden dat, mits die extra inspanning van de leiding, hij kan meedraaien met de rest.

In elk geval valt deze leidingsploeg weinig te verwijten, want op zo’n jonge leeftijd sta je niet altijd stil bij de verantwoordelijkheid die met je engagement gepaard gaat. Maar daarom zijn er de koepelorganisaties. Zo zijn ook hier Scouts en Gidsen Vlaanderen, die benadrukken dat ze ‘honderd procent openstaan voor inclusie’, meteen in actie geschoten om te bemiddelen. Hopelijk is er voor de jongen nog plaats in de groep, want de jeugdbeweging is het aan haar waarden verplicht om van dit verhaal een inclusief verhaal te maken.

Bron: dewereldmorgen.be

Laat een reactie achter