Steven Van Hecke: ‘Europese solidariteit kan laagje beton verdragen’

Solidariteit is een lastig principe, omdat het verantwoordelijkheid en wederkerigheid impliceert. Goedkoop ook, want snel en gemakkelijk op tafel gegooid. Dat geldt zowel voor de eurocrisis als voor de wanhopige vluchtelingen die Europa aandoen. Toch is echte solidariteit mogelijk, mits een laagje beton via robuuste instellingen.

De talloze bootvluchtelingen die in de Middellandse Zee hun leven hebben gelaten, zijn alweer van de radar verdwenen. Wellicht kiezen nu nog altijd gelukzoekers voor het ruime sop – we weten het gewoon niet – en het is daarom niet ondenkbaar dat er ons nogmaals onheilstijdingen uit het zuiden van Europa zullen bereiken. Ongelukken vallen uiteraard nooit uit te sluiten, maar wellicht is hier toch meer aan de hand. We zien dat er iets verkeerd loopt, we hopen dat iets of iemand in de bres springt, we halen vervolgens opgelucht adem en we kunnen weer overgaan tot de orde van de dag. Maar wat als er niets gebeurt? Als niemand opstaat om zich het lot van deze mannen, vrouwen en kinderen aan te trekken?

In dat andere grote dossier dat de Europese agenda domineert, de aanhoudende eurocrisis, is iets gelijkaardigs aan de gang. Iedereen beseft dat er iets fundamenteels moet gebeuren, dat het ons allemaal wellicht veel geld zal kosten, maar voorlopig wil niemand dat met zoveel woorden zeggen en steekt niemand zijn nek uit. We rekenen op internationale instellingen om dit varkentje te wassen in de hoop dat de perikelen in de periferie van de eurozone geen negatieve weerslag hebben op onze overheidsfinanciën, laat staan de eigen portemonnee. De lidstaten monsteren elkaar, iedereen maakt zijn rekening en stelt zich de vraag: wat gaat mij dat kosten? En wat is het potentiële verlies als ik niets onderneem (maar de anderen wel)?

Solidariteit is doorgaans het woord dat dan wordt ingeroepen. Het lijkt een zeer ‘goedkoop’ begrip, want het wordt zeer snel en gemakkelijk op tafel gegooid, in de eerste plaats door diegenen die blijkbaar niet van plan zijn de eerste stap te zetten of spontaan geneigd zijn tot actie over te gaan. Toegegeven, solidariteit staat niet gelijk aan liefdadigheid. Het impliceert verantwoordelijkheid en wederkerigheid. En dat maakt het een ‘lastig’ principe.

Dat solidariteit ‘lastig’ is, blijkt ook op een andere manier. Er liggen geen scenario’s klaar om de lasten van de vluchtelingenstroom binnen de Schengenzone te verdelen volgens ieders draagkracht (‘burden-sharing’ in het jargon). De eurozone voorziet evenmin in permanente steunmechanismen voor landen die aan de rand van het bankroet staan – bij elke nieuwe maatregel moeten de eurolanden zich unaniem akkoord verklaren, ondanks de oprichting van een ‘permanent’ Europees Financieel Stabiliteitsmechanisme. Daarom moet telkens opnieuw worden beslist hoeveel solidariteit aan de dag wordt gelegd en wie het prijskaartje zal betalen. Geen eenvoudige klus. Het vraagt van de politici immers moed en doorzetting om concrete, nabije kortetermijnbelangen (electoraal, nationaal) opzij te zetten in ruil voor iets vaags en verafs als het algemeen (Europees) belang.

Vermoeid

Dat de lidstaten daar niet gemakkelijk uitkomen, mag niet verbazen. Ook burgers zouden na verloop van tijd vermoeid worden als ze bij elk groot of klein sociaal drama moeten bepalen op welke manier ze hun solidariteit betuigen.

Voor dat onvermijdelijke probleem hebben we al geruime tijd een redelijk afdoend antwoord gevonden: een uitgebreid welzijnsaanbod voor allerlei doelgroepen en vervangingsinkomens via de sociale zekerheid. Via algemene bijdragen organiseert de overheid de solidariteit op basis van wederkerigheid (iedereen is potentieel begunstigde) en verantwoordelijkheid (overheidshulp is principieel tijdelijk en aanvullend). Akkoord, dat laatste principe wordt – zacht uitgedrukt – niet altijd en overal even rigoureus toegepast. De prijs die we daarvoor betalen, is de aantasting van het maatschappelijke draagvlak.

Daarnaast staan ook de intergenerationele (pensioenen) en intra-Belgische solidariteit onder zeer zware druk. Toch pleit niemand voor de volledige afschaffing van die georganiseerde vormen van solidariteit. Alleen over de modaliteiten bestaat betwisting.

Populisten

Ook in Europa moeten we de solidariteit tussen de lidstaten stevig verankeren. We moeten af van tijdelijke en specifieke maatregelen die onze zin voor solidariteit zwaar op de proef stellen (en het handelsfonds van de populisten aardig stijven). Want niets menselijks is de lidstaten van de Europese Unie vreemd. Alleen voortgaan op de spontane hulp van landen is naïef en gevaarlijk.

Ofwel kiezen we voor een minder brutaal klinkende variant van ‘eigen volk eerst’ (maar onder meer de financiële crisis heeft aangetoond dat die oplossing er eigenlijk geen is); ofwel kiezen we voor duurzame samenwerking binnen één lotsgemeenschap. Want dat we in Europa één ‘lotsgemeenschap’ vormen, is zonneklaar, of we dat nu graag horen of niet. Feitelijk is ons lot aan elkaar verbonden: financieel, economisch en in toenemende mate sociaal. Dus ook voor wie niet om principiële redenen voor solidariteit met de gedupeerden kiest, heeft er alle belang bij zich te ‘verzekeren’ van de steun van andere landen.

Die nieuwe maar noodzakelijke vormen van solidariteit stevig verankeren of betonneren, kan alleen door de organisatie over te laten aan een externe instantie. Dat kan via de uitbouw van robuuste Europese instellingen. Over hoe die instellingen eruit moeten zien en welk mandaat ze krijgen, mag men uiteraard van mening verschillen.

Keuzes

De uitkomst is dan de democratische neerslag van een aantal maatschappelijke keuzes, vastgelegd in budgetlijnen en overheidsprogramma’s. Dat vermijdt voortdurende morele dilemma’s en permanente keuzestress, want die leiden doorgaans alleen tot immobilisme. In de plaats krijgen we, ja, meer Europa en, ja, ook meer overheid.

Dat leidt ongetwijfeld tot een nieuwe vorm van onverschilligheid, een verschraling van de onmiddellijke solidariteit die zo kenmerkend is voor een warme samenleving. Dat ideaal hoeft uiteraard niet te worden opgegeven, maar het mag ons niet beletten tegelijk en op grotere schaal solidariteit van een laagje beton te voorzien. Verzuim zou in de eerste plaats de zwaksten treffen – hier, in Europa en elders in de wereld.

Bron: De Tijd 

Laat een reactie achter