Rogier De Corte & Hans Geybels: ‘Juich! Osama is dood!’

De dood van Osama Bin Laden heeft heel wat gemengde gevoelens teweeg gebracht. De Vlaamse media gaven door hun woordgebruik duidelijk aan dat ze er niet eenduidig blijf mee wisten: hij is uit de weg geruimd, vermoord, gedood … Het resultaat blijft hetzelfde. Het is ons trouwens in deze bijdrage ook niet te doen om zijn overlijden, maar wel om de reacties. Niet zozeer om de verontwaardigde reacties in islamistische kringen, maar wel om die in het Westen. Meer bepaald de reacties van vreugde. In de Verenigde Staten zelfs vreugde-uitbarstingen. Waarin verschillen we van barbaren als we juichen om de dood van een mens?

Heiligt het doel de middelen?

Toegegeven: Osama blijft een moeilijk geval. Hij confronteert ons met een eeuwenoude vraag. Mag men een misdadiger of een tiran doden? Maken we dan niet dezelfde fout als de misdadiger of de tiran? Welke boodschap geeft het Westen daarmee aan de wereld? In westers perspectief bestaat er sinds de oudheid wel zoiets als de tirannenmoord. De moord is toegestaan indien een tiran enkele absolute basisrechten van zijn volk schromelijk met de voeten treedt. Zelfs een christelijke pacifist als Dietrich Bonhoeffer verdedigde de tirannenmoord op Hitler. In sommige gevallen heiligt het doel de middelen.

Het doden van ‘zware criminelen’ (waaronder oorlogsmisdadigers en misdaden tegen de menselijkheid) zonder ze voor de rechter te brengen is krachtens het internationaal recht niet geoorloofd. Het gevaar is immers dat regimes in eerste instantie personen diaboliseren (zie Libië en Syrië) en ze dan terechtstellen zonder proces. Zo werden in het verleden reeds vele onschuldigen terechtgesteld. Anders is het wanneer bij het gevangen nemen iemand gedood wordt bij het gerechtvaardigd gebruik van geweld. Osama Bin Laden zou in deze categorie kunnen vallen als we de Amerikaanse berichtgeving mogen geloven.

Overwegingen

Er spelen verschillende aspecten bij de opsporing, de vervolging en de berechting van zware criminelen. Ten eerste bestaat de mogelijkheid van een land om in het buitenland een crimineel te ‘ontvoeren’ ten einde hem in eigen land voor de rechter te brengen. Kijk naar het geval Adolf Eichmann, in 1960 ontvoerd uit Argentinië en in Israël berecht en later terechtgesteld. Strikt juridisch is een dergelijke ontvoering niet geoorloofd. Daarvoor wordt het uitleveringsrecht gebruikt. Toch twijfelt niemand eraan dat Eichmann zijn lot moest ondergaan.

Dat gezegd, spelen in het voordeel van de actie van de VS een drietal overwegingen mee. In eerste instantie heeft Osama zelf de verantwoordelijkheid opgeëist van duizenden moorden op onschuldigen. De terechtstelling door de VS gebeurt op objectieve gronden. Vervolgens heeft Osama aangekondigd ook in de toekomst met het moorden door te gaan. Op die manier gaat men toekomstige moorden tegen. Ten slotte waren de omvang en de driestheid van de moordpartijen van een dergelijke omvang en nieuw in de mensengeschiedenis dat hiervoor de term ‘oorlog’ gebruikt is en een deel van het oorlogsrecht wordt ingeroepen.

Vreugdetaferelen

Het verhaal van Bin Laden leert dat begrip kan opgebracht worden om een tiran of terreurpleger in het slechtste geval te doden. Maar welke redenen zijn er om de vreugde rond de dood van iemand te legitimeren?
Begrip kan opgebracht worden voor uitingen die louter een gevolg zijn van opluchting, alsmede voor het gevoel dat een einde is gebracht aan een reëel en zeer groot gevaar.

De echte vreugdetaferelen zoals in Washington en New York – ze deden soms denken aan de vreugdeopstoot na het Twintower-drama in bepaalde Arabische landen – kunnen echter ethisch moeilijk onderbouwd worden. Alhoewel, daar speelt misschien de opluchting. Maar wat met de blijheid bij tal van politici en hoogwaardigheidsbekleders? Angela Merkel heeft haar vreugde inmiddels moeten nuanceren.

Dezelfde vreugde – omwille van zoete wraak – constateren we bij het applaus van de nabestaanden na een terechtstelling, zoals in de film Dead Man Walking, helaas niet zo maar een op fictie gebaseerde film. De belangrijkste reden is toe te schrijven aan de volgehouden en blijvend gevoede wraakgevoelens. Men kan zich soms niet ontdoen van de indruk dat precies die wraakgevoelens op dit ogenblik in vele media worden aangewakkerd. Het blijvend vertoon van het onnoemelijk leed van slachtoffers, wordt immers voorgesteld als het draaglijk maken en verwerken van hun leed. Dit is het niet.

We leven in een paradoxale wereld. Enerzijds wenden we onze blik af van geweld. We verafschuwen het en met reden. We willen er alles aan doen om het te stoppen. Anderzijds lachen we met de dood van een geweldpleger. De vraag is of we zo de spiraal van geweld doorbreken. Met andere woorden: Osama is nu wel dood, maar het terrorisme nog lang niet. Het lacht ons vermoedelijk reeds toe …

Lees het artikel op De Redactie

Laat een reactie achter