Ides Nicaise: Het is hoogdringend dat de politiek opnieuw wakker ligt van mensen in armoede

Zal de volgende federale regering werken aan echte remedies tegen armoede? Hoogleraar Ides Nicaise stelt zich luidop de vraag. Armoede is volgens hem een ziekte van de samenleving, die de voorbije kwarteeuw is blijven voortwoekeren en de jongste jaren opnieuw opflakkert.

In december was het 25 jaar geleden dat het Algemeen Verslag over de Armoede (AVA) gepubliceerd werd. Het was de eerste maal dat mensen in armoede zelf, op vraag van de regering, en in dialoog met hulpverleners, zich hebben kunnen uitspreken over armoedebestrijding. In het verslag kwamen drie principes naar voren.

Armoedebestrijding in België in vogelvlucht

Vooreerst is armoede een kwestie van mensenrechten – meer bepaald de economische, sociale en culturele rechten (recht op gezinsleven, arbeid, onderwijs, sociale bescherming enz.). Ten tweede is een globaal beleid nodig, gecoördineerd over alle bevoegdheidsdomeinen en –niveaus heen. En ten derde heeft zo’n beleid maar kans op slagen als het, van start tot finish, berust op een duurzame relatie met alle betrokkenen, beginnend met de armen zelf.

Vijf jaar later, in november 1999, werd een Samenwerkingsakkoord ter bestrijding van armoede gesloten tussen de federale, regionale en gemeenschapsoverheden. Dat akkoord was een hoopgevend antwoord op het AVA: het erkende de mensenrechten als toetssteen voor het beleid; er werd een Interministeriële Conferentie voor Armoedebestrijding opgericht (tussen alle bevoegdheidsniveaus) die minstens tweemaal per jaar zou bijeenkomen, en ook het interfederale Steunpunt Armoedebestrijding zag het licht.

De herdenking van 25 jaar Algemeen Verslag over de Armoede en 20 jaar Samenwerkingsakkoord op 11 december bracht wel veel mensen samen, maar verliep duidelijk in mineur. Er was immers weinig reden tot vieren. We moeten vaststellen dat de jongste Belgische regeringen het elan van het Algemeen Verslag over de Armoede en het Samenwerkingsakkoord niet hebben doorgezet.

“Onbestreden kinderarmoede wordt de armoede van de volgende generatie”

Op sommige vlakken is vooruitgang geboekt: bijvoorbeeld zijn in de sociale zekerheid heel wat vereenvoudigingen doorgevoerd, waardoor rechten op uitkeringen sneller en juister worden toegekend. Er zijn jobs op maat gecreëerd in de sociale economie. In Vlaanderen wordt geïnvesteerd in kinderopvang, gelijke-onderwijskansenbeleid en sociale woningen. Maar het gaat allemaal tergend traag in verhouding tot de behoeften, en op andere domeinen zijn – tegen alle waarschuwingen in – maatregelen genomen die nieuwe armoede hebben gecreëerd.

Beloften met de voeten getreden

Verschillende regeringen hebben beloften gedaan die nadien (soms door henzelf, soms door de opvolgers) met de voeten zijn getreden. In 2010 engageerde de Belgische Regering zich ertoe om in het kader van de Europa 2020 doelstellingen het aantal mensen in armoede met 380.000 te verminderen. Vandaag zijn er niet minder, maar 56.000 personen méér personen in armoede.

In 2014 stelde de Vlaamse minister van armoedebestrijding dat men haar mocht afrekenen op haar engagement om de kinderarmoede in Vlaanderen te halveren. De regionalisering van de kinderbijslagen zou daarbij een belangrijke hefboom worden. Lovenswaardig doel, want onbestreden kinderarmoede wordt de armoede van de volgende generatie.

Intussen blijkt dat de kinderarmoede in Vlaanderen blijft stijgen (kansarmoede-index Kind en Gezin), en dat de effectiviteit van de sociale zekerheid in het voorkomen van kinderarmoede sterk gedaald is. De twee laatste federale regeringen (Di Rupo en Michel) beloofden om de sociale minimumuitkeringen op te trekken tot de Europese armoedegrens. Ze hebben dat engagement slechts heel gedeeltelijk gerealiseerd, maar tegelijk grote groepen uitgesloten van de toegang tot sociale uitkeringen.

“Door besparingsmaatregelen van de overheid is de financiële armoede in België gestegen”

De federale regering-Michel stelde “jobs, jobs, jobs” als motto voorop, vanuit de overtuiging dat werk de beste bescherming is tegen armoede. De combinatie van de taks-shift en de gunstige internationale conjunctuur zorgde voor een stijging met meer dan 300.000 jobs, maar de armoede is in dezelfde periode gestegen, niet gedaald. Veel nieuwe banen zijn ofwel door niet-armen opgenomen, ofwel te precair om de betrokkenen uit armoede te lichten. Tegelijk werd gehakt in de uitkeringsrechten om werkzoekenden onder druk te zetten “werk te accepteren”: dat heet dus armoede creëren om armoede te bestrijden?

De financiële armoede is in België de jongste 15 jaar quasi constant gebleven, maar stijgt sinds 2016 opnieuw. Er is een duidelijk verband met de besparingsmaatregelen van de overheid, en dit terwijl miljarden voordelen toegekend werden aan bedrijven. Dit is geen kwestie van afgunst, maar van budgettaire prioriteiten: 49% van de werklozen, 41% van de eenoudergezinnen (én hun kinderen), en de helft van de gezinnen met een migratie-achtergrond in België leven beneden de armoedegrens. Terwijl de miljarden “zuurstof” voor de bedrijven opgaan in bruto-winstmarges die boven de 40% uitstijgen, zonder echt productieve impact (W. Vervenne, De Tijd, 26/12/2019).

Intussen hangt het budgettaire gat dat door de taxshift is geslagen als een zwaard van Damocles boven de armen, want de volgende regering riskeert het aan te grijpen als een argument om opnieuw het mes te zetten in sociale uitgaven.

“Het budgettaire gat dat door de taxshift is geslagen, hangt als een zwaard van Damocles boven de armen”

Een andere reden tot bezorgdheid is dat de interfederale samenwerking rond armoedebestrijding volledig vastgelopen is. Interfederale plannen voor de aanpak van dakloosheid en kinderarmoede liggen al jaren in de laden. Zelfs de Interministeriële Conferentie Armoedebestrijding, die wettelijk tweemaal per jaar moet samenkomen, heeft sinds 2014 niet meer vergaderd. Het Steunpunt Armoedebestrijding is bijna de enige plek waar de interfederale dialoog nog wordt gevoerd.

Heel wat mensen in armoede, die zich destijds enthousiast hadden geëngageerd nadat politici hun vragen positief hadden beantwoord, voelen zich vandaag bedrogen. Zij leven met hun neus op de harde feiten, waar een deel van de politieke klasse niet wakker van ligt. Armoede is een ziekte van de samenleving, die de voorbije kwarteeuw is blijven voortwoekeren en de jongste jaren opnieuw opflakkert. Zal de volgende regering aan echte remedies werken?

Bron: vrtnws.be

Laat een reactie achter