Eric Nysmans: ‘Het nut van de grens’

Hasj en marihuana kunnen op een steeds groter wordende tolerantie rekenen, al willen velen dat nog niet luidop gezegd hebben. Ook drugsbeleidexperts Brice De Ruyver (UGent) en Cyrille Fijnaut (Universiteit Tilburg) zijn hierin niet transparant (DS 31 oktober) . Minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD) blaast al evenzeer warm en koud als ze pleit voor een strenger gedoogbeleid, en tegelijk zegt dat repressie alleen weinig uithaalt. Zich verschuilen achter het regeerakkoord, zoals CD&V en de N-VA doen, leidt al evenzeer tot schijnduidelijkheid.

Eva en de appel

Wat aandacht krijgt, groeit. Dat geldt des te meer voor wat verboden wordt. Kunnen we cannabis dan niet beter gewoon toelaten? Neen, en wel om vier duidelijke redenen.

  1. Iedereen is op zoek naar grenzen. De wil tot grensoverschrijding zit ingebakken in de menselijke natuur. In het boek Genesis wordt dat treffend beschreven: Adam en Eva mogen in het paradijs alles doen, behalve eten van de vruchten van de boom van de kennis van goed en kwaad. En jawel, lang duurt het niet vooraleer Eva die lekkere appel plukte en opat.
  2. Dat grenzen overschreden worden, is een normaal gegeven. Maar het is ook zo dat men doorgaans nooit heel ver over die grens gaat. Jean-Luc Dehaene verwoordde dit treffend: je moet weten hoe ver je te ver kunt gaan.
  3. Waar de grenzen liggen, is niet zo belangrijk. Als ze maar echt en authentiek zijn, en datgene wat aan de overzijde van de grens ligt nog een zekere aantrekkingskracht en betekenisgeving bewaart.
  4. Dit argument is een logisch gevolg van de drie voorgaande. Als het gebruik van cannabis gebanaliseerd wordt en errond niet langer het mechanisme van verleiding en verbod speelt, verschuift de grens van kwaad naar erger. En dat is wat we al enkele jaren zien gebeuren. Na het legaliseringsdebat over cannabis zullen onvermijdelijk andere debatten volgen en dreigt de tolerantie verder op te schuiven. We bewijzen daar niemand een dienst mee, in het bijzonder niet diegenen die weleens een jointje lusten.

Alle druggebruik is gebaat bij een zekere vorm van uitzonderlijkheid, controle en bestraffing. Een grens heeft maar waarde als hij gecontroleerd wordt en als overschrijdingen ervan gepast en rechtvaardig gecorrigeerd worden. De Wodca-campagnes en de snelheidscontroles zijn daar het overduidelijke bewijs van.

GAS-boetes

Druggebruik door jongeren kanaliseren is in de eerste plaats een opvoedkundige taak van ouders, van onderwijsinstellingen en van vele anderen. Maar opvoeden gebeurt nooit in het luchtledige, het is altijd ingebed in een maatschappelijke context. De legalisering van de zogenoemde softdrugs kan dus een verkeerd signaal zijn. Het gebruik van cannabis mag niet gebanaliseerd worden. Door de overheid betrapt worden op hasj- of marihuanagebruik verdient een GAS-boete, geen criminele straf. Toch jammer dat door de stoemelings ontstane negatieve perceptie het idee van GAS-boetes zo sterk verguisd is geraakt. We zouden het op een andere manier met een nieuwe naam opnieuw moeten uitvinden. En ook alleen maar voor de juiste dingen mogen inzetten. Oordeelkundig GAS-boetes inzetten is een sleutelelement in elk transparant drugbeleid.

 

Bron: De Standaard – 5 november 2014

Laat een reactie achter