Jan Goossens: ‘Een vredesmacht? Nee, een statistiekbureau’

Gewapende milities en nu zelfs een vulkaanuitbarsting. De bevolking in Oost-Congo moet voortdurend vrezen voor haar leven. De VN-vredesmacht beschermt haar onvoldoende, hekelt Jan Goossens.

In maart was ik in Oost-Congo. Ik maakte er kennis met Claire, die naar het gezondheidscentrum van Lemera was afgezakt vanuit een dorpje in Zuid-Kivu, in de hoop er hulp te vinden. Negen kinderen had ze al, en nu was ze opnieuw zwanger. Ze was verkracht door drie militairen, nu ja, gewapende mannen in uniform. Haveloos en gebroken zat Claire voor me. Ze was verstoten door haar man, die niet kan leven met het idee dat zijn vrouw ‘bezoedeld’ is. Ruim dertig jaar kom ik al in Congo, maar ik werd stil van haar verhaal.

Mijn medeleven sloeg snel om in boosheid en strijdvaardigheid, zeker toen ik bij het buitenkomen een witte vrachtwagen van de Verenigde Naties zag voorbijrijden. Is het niet net hun taak om te voorkomen dat vrouwen als Claire hulp moeten zoeken omdat de streek zo onveilig is?

President Félix Tshisekedi riep begin mei de staat van beleg uit in de provincies Ituri en Noord-Kivu, omdat tientallen gewapende groepen er massaal burgers vermoorden. Volgens de president was het niet nodig om ook in Zuid-Kivu in te grijpen. Toegegeven, Noord-Kivu en Ituri zijn héél gevaarlijk, maar dat betekent niet dat het in Zuid-Kivu veilig is, integendeel. Heel Oost-Congo is en blijft een kruitvat. De bevolking is wantrouwig tegenover de staat van beleg. Sommigen rekenen misschien nog op Monusco, maar de laatste tijd neemt ook de afkeer voor de VN-vredesmacht toe: de mensen hebben het ermee gehad.

Hongersnood dreigt

Begin april waarschuwden de VN nog dat voor een op de drie Congolezen de hongersnood dreigt. Daar zijn meerdere redenen voor, maar een ervan is dat vrouwen niet naar hun veld kunnen omdat dat te gevaarlijk is. Deze week nog kwam in Matadi 7.000 ton rijst uit Japan aan die op de Congolese markt zal worden gebracht. Benieuwd wat de echte noodlijdenden daarvan zullen zien.

Dat net de VN waarschuwden voor hongersnood heeft iets bitters, zo niet cynisch. Volgens Mathias Gillman, de woordvoerder van Monusco, is de voornaamste opdracht van de vredesmacht om de bevolking te beschermen, maar is het in eerste instantie de Congolese overheid zelf die moet instaan voor de veiligheid van haar burgers. Op welke planeet woont hij? De Congolezen ondervinden dagelijks dat de overheid niet wakker ligt van hun veiligheid. Wie door de straten van Bukavu of Goma loopt, ziet haveloze militairen lopen: ze zijn zwaar onderbetaald. Uitspraken zoals die van Gillman illustreren perfect waarom de bevolking Monusco allesbehalve genegen is.

Monusco moet een sterker mandaat krijgen, zodat ze de veiligheid van de bevolking echt kan garanderen

Onlangs stelde ik weer met mijn eigen ogen vast wat voor een tandeloze en geldverslindende machine de vredesmacht is. Witte Puma-helikopters die rondjes vlogen in Uvira. Een overvolle parking voor het VN-personeel in het chique Serena-hotel in Goma. Een witte vrachtwagen van de VN vol Pakistani die ongeïnteresseerd naar het landschap staren. Alomtegenwoordig is ze, die Monusco-vredesmacht, maar o zo onmachtig.

Lijstjes maken

Monusco moet een sterker mandaat krijgen, zodat ze na de staat van beleg de veiligheid van de bevolking echt kan garanderen. Ze zou moeten meehelpen aan de heropbouw van de regio en het land. Nu is ze geen vredesmacht, maar een statistiekbureau: ze telt het aantal verkrachtingen, registreert het aantal afgebrande huizen en lijst op wie vermoord is. Zo handhaaf je de vrede niet. Milities lachen ermee en de bevolking wordt er moedeloos en nijdig van.

Zonder een sterke vredesmacht zal de streek na afloop van de staat van beleg binnen de kortste keren opnieuw in chaos vervallen. Zolang de rebellen en milities in Noord-Kivu en Ituri geen uitzicht hebben op alternatieven, zoals een goede job, zullen ze zodra het kan hun oude lucratieve activiteiten voortzetten en bijvoorbeeld de mijnbouw in sommige gebieden weer controleren. En vanuit de buurlanden zullen ze daar maar al te graag een handje bij helpen, want de economische belangen zijn enorm. Ook de internationale gemeenschap, die de jongste weken opvallend stil blijft, heeft veel te verliezen.

In Congo is er een parallelle maatschappij ontstaan die op haar manier functioneert, maar zonder een overheid die haar verantwoordelijkheid neemt. De meest kwetsbaren worden nog kwetsbaarder. En dat allemaal vanwege de rijke ondergrond en een elite en internationale gemeenschap die geen moer geven om het welzijn van de bevolking. Als Monusco zich na afloop van de staat van beleg niet grondig heruitvindt, dan groeit ook de schandvlek op het blazoen van de internationale gemeenschap.

Bron: De Standaard

Laat een reactie achter