Jos Wouters: ‘Van een baby in Bethlehem naar een buddy in Beringen’

Kerstmis, het feest van gezelligheid, van versierde straten en uitnodigende etalages. Kerstmis, het feest van cadeaus en pakjes onder de kerstboom. Kerstmis, het feest van de beste wensen. Kerstmis, het feest van goede doelen en bijzondere muziek. Kerstmis, het feest van de gevulde tafel en het aangepaste menu. Kerstmis, het winterfeest van de warmte.

Met genoegen neem ik deel aan de dingen die bij Kerstmis horen. Ik kijk uit naar de pakjes onder de boom en raad welke het mijne zal zijn. Aan de feesttafel geniet ik van spijs en drank. Maar ook buiten de gezellige kerstsfeer om, spreekt Kerstmis mij bijzonder aan.

Kerstmis is voor mij het feest waarop we de geboorte van Jezus, zoon van God, vieren. Met Kerstmis vieren we de bijzondere relatie tussen mens en God: God is tussen de mensen, geboren in een verlaten stal of grot, met alle ongemakken, in afwezigheid van praal en rijkdom.

Een bijzonder aspect van Kerstmis is voor mij deze tegenstelling: enerzijds de kwetsbaarheid van het pasgeboren kind en anderzijds, de grote verwachting, de hoop en de overtuiging dat hij de redder van de wereld is. Die kwetsbaarheid wordt me nog duidelijker in het Bijbels verhaal van de vlucht naar Egypte. Het pasgeboren kindje Jezus ontvlucht zijn land onder de dreiging gedood te worden.

Sinds de zomer van 2015 beheerst in West-Europa de vluchtelingencrisis de dagelijkse actualiteit. Die noodsituatie herinnert mij aan de pasgeboren, kwetsbare persoon Jezus, op de vlucht voor onheil. Zoals Jezus en zijn familie naar Egypte vluchtten, op betere tijden wachtten en ondertussen in veiligheid konden vertoeven, zo zoeken vluchtelingen vandaag ook een veilige plek. De vraag dringt zich op: ‘hoe kan ik helpen?’. Niet: ‘hoe kan ik de crisis oplossen?’. Die complexe en verweven problematiek laat ik over aan de politiek. De veilige plaats die de vluchteling zoekt is een plaats om zichzelf te zijn, een plaats waar afkomst, overtuiging, taal, godsdienst, cultuur hem of haar niet in gevaar brengt; een plaats om in vrijheid te leven. Die vrijheid kunnen we aanbieden in onze gastvrijheid.

In Beringen, waar ik woon, is er onder de vleugels van het OCMW een buddywerking gestart voor vluchtelingen. Op die manier worden gezinnen of individuen ondersteund om hun weg te vinden in onze samenleving. Ik ben blij dat ik hieraan kan meewerken. In het bijzonder begeleid ik gezinnen met kinderen. Het gaat altijd om mensen die een traumatische ervaring met zich meedragen, volwassenen en kinderen. Velen van hen werden fysiek of mentaal bedreigd, of zelfs mishandeld. Hun opgelopen kwetsuren zullen nooit volledig helen, maar langzaam komen ze overeind en zoeken ze een weg in onze samenleving.

Als buddy hoef je niet over bijzondere vaardigheden te beschikken. Openstaan voor de kwetsbare situatie waarin mensen verkeren en geduldig gelegenheden aangrijpen om te helpen, zijn volgens mij de meest belangrijke facetten. Wat houdt mijn vrijwilligerswerk als buddy zoal in? Mensen in contact brengen met diensten in de gemeente, samen met ouders en kinderen naar de bibliotheek gaan, hen begeleiden bij de inschrijving, contacten leggen met een verhuurder, ondersteuning bij administratieve verplichtingen, helpen bij de zoektocht naar werk, samen zoeken naar sport- of ontspanningsmogelijkheden voor de kinderen, luisteren naar hun verhaal, enzovoort.

Ondertussen weten mensen in mijn omgeving dat ik bij de buddywerking betrokken ben. Vaak krijg ik er positieve reactie op. Ze spreken mij aan, geven mij speelgoed en vragen of ik het in een buddygezin kan brengen. Ze bezorgen mij een fiets, meubels, kleding. Onlangs werd mij 20 kg speculaas aangeboden. Met bereidwillige handen is alles in de vluchtelingengezinnen terecht gekomen.

Het verhaal van Kerstmis daagt mij uit om mijn handen uit de mouwen steken. Niet alleen op 25 december, maar het hele jaar rond. Kerstmis zou geen betekenis hebben als we het enkel zouden vieren op 25 december. Het zou niets voorstellen als Jezus enkel geboren was in een stal, maar niet in ons hart.

Bron: Het Belang van Limburg

Laat een reactie achter