Steven Van Hecke & Britt Vande Walle: ‘Groot onderhoud Europees migratiebeleid blijft uit’

Het Europese migratiebeleid verdient een groot onderhoud. Maar gaan de voorstellen van de Europese Commissie wel ver genoeg? En blijven niet te veel heikele kwesties onbesproken om ook de grootste critici te overtuigen?

‘Aan de rand van de afgrond, met de rug tegen de muur en het mes op de keel komen belangrijke hervormingen tot stand’, weten we dankzij Herman Van Rompuy, in België maar ook in Europa. Acute crisissituaties zijn inderdaad dikwijls nodig om politici te dwingen knopen door te hakken in moeilijke en bij de eigen kiezers weinig populaire dossiers.

Een gemeenschappelijke aanpak van het Europese migratievraagstuk is daar een schoolvoorbeeld van. Al meerdere jaren struikelen Europese en nationale beleidsmakers over mooie intenties, raken hervormingen maar niet goedgekeurd – denk aan de herziening van de fameuze Dublin-verordening – of speelt de weerbarstigheid van het terrein hen danig parten. Zo werd de verplichte spreiding van asielzoekers weliswaar formeel goedgekeurd, ondanks protest van Polen en Hongarije, maar bleef het zogenaamde quotasysteem grotendeels dode letter.

De hevige brand in het vluchtelingenkamp Moria was blijkbaar het drama dat nodig was om de sense of urgency aan te wakkeren en hopelijk de neuzen meer in dezelfde richting te krijgen. Dat is althans de hoop van de Europese Commissie, die deze week met haar plannen op de proppen kwam.

Voor alle duidelijkheid: die timing lag eerder vast en was zelfs door Commissievoorzitter von der Leyen met een week vervroegd om meteen tijdens de Europese Raad de temperatuur te meten bij de staatshoofden en regeringsleiders van de EU-lidstaten. Die vergadering is door de quarantaine van Raadsvoorzitter Charles Michel met een week uitgesteld, maar het toont dat migratie een ‘chefsache’ is. Terecht overigens, want zonder de zegen van de hoofdsteden dreigt van de nobele plannen alweer niets in huis te komen.

Spreidingsplan

De Europese Commissie heeft duidelijk goed geluisterd naar de uiteenlopende bezorgdheden van meerdere EU-lidstaten. In haar migratiepact ligt daarom sterk de nadruk op snellere procedures, een strikter terugkeerbeleid en verplichte solidariteit.  Dat laatste komt er op vraag van enkele westerse lidstaten die het beu zijn dat landen uit Centraal- en Oost-Europa geen deel van de last willen dragen.

Tegelijk komt het ook tegemoet aan de wensen van Warschau en Boedapest, want van een verplicht spreidingsplan is geen sprake meer. Bijdragen aan een gezamenlijke aanpak kan ook financieel of logistiek. Hoe die landen dat laatste voor elkaar krijgen, blijft voorlopig geheim. Tenzij het de bedoeling is dat ze hun ruime Europese subsidies aanwenden om de eigen rekening te betalen. Of ze ook principieel bereid zijn het Westen tegemoet te komen, is evenmin verre van zeker. Bovendien dreigt de Commissie ook vanuit de ngo-wereld en het Parlement tegenwind te krijgen, net door die eenzijdige aandacht op een ‘streng’ Europees migratiebeleid.

Wettelijke instroom

Alleszins is er ontgoocheling omdat legale arbeidsmigratie (zonder dat de EU daar per se haar voordeel mee moet doen) veel minder aandacht krijgt. Hoe de ‘aantrekking’ van illegale migratie te verminderen zonder een reëel perspectief te bieden op een gecontroleerde, wettelijke instroom van migranten (zoals studenten en werknemers), is vooralsnog een raadsel. Het ontbreekt de Commissie op dat vlak duidelijk aan moed. Zelfs Theo Francken (N-VA), toch iemand die niet van een softe aanpak verdacht kan worden, heeft altijd gehamerd op het belang van de sterke koppeling met legale arbeidsmigratie.

Stille ontvolking

Maar ook ten aanzien van de EU-lidstaten in Centraal- en Oost-Europa had de Commissie wat assertiever uit de hoek kunnen komen. De politici die er momenteel aan de macht zijn, worden er niet graag aan herinnerd dat een stille ontvolking aan de gang is. De vergrijzing – die in tegenstelling tot in het Westen niet gecompenseerd wordt door een hoog geboortecijfer onder migranten – gekoppeld aan een massale brain drain – beloftevolle jongeren die hun kans wagen in ‘het decadente Westen’ – ondermijnt danig het menselijke en economische potentieel van een groot deel van de EU. Ook dat moet ter sprake komen in het kader van een gemeenschappelijk migratiebeleid.

Alleen als alle taboes sneuvelen en voor iedereen ‘eten en drinken’ zit in een nieuw pact voor migratie in Europa, maken de Commissievoorstellen enige kans op slagen. Tenzij het de bedoeling blijft een nieuwe, eindeloze ronde onderhandelingen te starten in de EU-instellingen. Of erger nog: dat de hoop op een doorbraak in deze slopende migratiecrisis afhangt van een zoveelste drama aan de grenzen van Europa.

Bron: De Tijd

Laat een reactie achter