Steven Van Hecke: ‘Een Europese mirakeloplossing bestaat niet’

Burgers betrekken bij een conferentie over de toekomst van Europa lijkt een goed idee. Maar het is ook gevaarlijk, schrijft Steven Van Hecke.

Brussel loopt zich geleidelijk warm voor een nieuwe politieke hoogmis: de Conferentie over de Toekomst van Europa (DS 23 januari). Ongeveer een half jaar geleden werd Ursula von der Leyen nipt verkozen tot voorzitster van de Europese Commissie. Er klonk felle kritiek op de manier waarop ze op het schild werd gehesen door de staatshoofden en regeringsleiders van de lidstaten. Volgens kwatongen was haar voordracht een regelrechte aanfluiting van de Europese democratie. De verkiezingen van het Europees Parlement droegen immers de belofte in zich dat een van de Spitzenkandidaten van de Europese politieke partijen de komende vijf jaar aan het hoofd van de Commissie zou komen te staan, net zoals dat bij Jean-Claude Juncker vijf jaar eerder was gebeurd.

Ondanks de hogere opkomst werd echter geen rekening gehouden met de uitslag van dit feest van de democratie. De kandidaten van het Europees Parlement werden aan de kant geschoven; in de plaats werd Von der Leyen de nieuwe Commissievoorzitster. Maar omdat ze ook de steun van de Europarlementsleden nodig had om aan de macht te komen, beloofde ze in ruil een conferentie over de toekomst van Europa. Versta: Von der Leyen had iets goed te maken en beloofde ter compensatie van haar ‘verkiezing’ een extra scheut democratie.

Intussen zijn we ruim zes maanden verder en wordt het stilaan tijd om werk te maken van die conferentie. Het Parlement heeft al gestemd over haar wishlist en afgelopen woensdag maakte ook de Commissie haar plannen bekend. Het is nu alleen nog wachten op de lidstaten. Verschillende hoofdsteden zijn weinig enthousiast, waardoor het niet eenvoudig wordt om overeenstemming te vinden over de precieze modaliteiten van de conferentie.

Volgens cynici is de Europese conferentie tot mislukken gedoemd, ze hopen dat Guy Verhofstadt simpelweg mee ten onder gaat

De grote contouren liggen gelukkig wel al vast. Zo wordt de conferentie niet alleen een zaak van de Europese Commissie. Ook het Europees Parlement en de lidstaten zullen er hun schouders onder zetten. De aftrap is gepland voor 9 mei – Europadag – en de werkzaamheden zullen twee jaar duren. Wie de prestigieuze conferentie zal leiden, blijft voer voor discussie. Guy Verhofstadt, die deze zomer buiten de prijzen viel, aast nog op een Europese topjob. Volgens talrijke fans is hij de geknipte man om van de conferentie een succes te maken, maar zijn politieke tegenstanders vrezen dat hij te veel aandacht naar zich toe zal trekken. Daarom opteert men best voor een veelkoppig leiderschap. De meer cynische waarnemers gaan nog een stap verder. Volgens hen is zo’n conferentie tot mislukken gedoemd en dus hopen ze dat Verhofstadt simpelweg mee ten onder gaat.

Foertstemmers

Wat er ook van zij, over één zaak lijken alle betrokken politici het eens: ook gewone burgers en met name jongeren moeten een belangrijke en actieve rol spelen in de conferentie. Ideeën over burgerparticipatie zijn momenteel in alle lagen van politiek bestuur populair. En dus nu ook in Europa. Bovendien hoopt men twee vliegen in één klap te slaan: de foertstemmers van antwoord dienen en tegelijk de kiezers tegemoetkomen die meer willen dan eens om de vijf jaar hun stem uitbrengen. De grote vraag is wat zo’n brede participatie op Europese schaal concreet kan betekenen.

Als de betrokkenheid van burgers moet dienen om beleidsinitiatieven te stimuleren, dan kan men zich beter de moeite besparen. Alsof Von der Leyen en co. nu nog op nieuwe ideeën zitten te wachten. De Europese agenda voor de komende jaren ligt immers al vast: de strijd tegen de klimaatverandering, de digitale transitie versnellen enzovoort. De Commissie is al volop bezig met de concrete uitwerking. Daar zijn de burgers dus nog weinig van nut, want op beleidsvlak is de fase van de actie al aangebroken. Dat was trouwens de bedoeling. Uitgerekend de verkiezingen dienen toch om politici te selecteren en hen een mandaat te bezorgen om aan de slag te gaan, niet?

Ook als het gaat om institutionele kwesties beslechten, lijkt het evenmin evident om gewone burgers te betrekken. De Europese constructie herdenken is wellicht nuttig en interessant, maar daarvoor is een verdragswijziging nodig. De kans op slagen is hier nagenoeg uitgesloten en dus ook hier dreigt men nodeloos buskruit te verschieten. De lidstaten staan immers niet te springen om die doos van Pandora te openen. Blijven over: de invoering van transnationale kieslijsten en het systeem van Spitzenkandidaten herdenken. Maar zijn dat nu de uitgelezen thema’s om burgers te consulteren in zogenaamde agoragesprekken? Hier lijkt veeleer nood aan politici die zelf manieren uitwerken om de eigen winkel op een meer optimale manier te laten functioneren.

Alibi

Waar wel nood aan is, maar waar slechts weinigen over spreken, is het gebrek aan draagvlak voor beleidskeuzes die op Europees vlak worden gemaakt. Politici klagen er steen en been over, maar gebruiken het tegelijk als alibi om geen beslissingen te moeten nemen. Nochtans lijken veel burgers bereid om geïnformeerd en betrokken te worden. Als ze maar au sérieux worden genomen en debat meer is dan de zoveelste scheldtirade van Jean-Marie Dedecker of het vandalisme van Extinction Rebellion.

Helaas, de zoektocht naar meer legitimiteit verdraagt geen simpele oplossingen. Een mirakeloplossing bestaat niet. Als de conferentie over de toekomst van Europa de zoveelste bezigheidstherapie wordt die nooit aan de hooggespannen verwachtingen kan voldoen, dreigt ze een averechts effect te genereren en zal ze veeleer schadelijk blijken voor de Europese democratie. Een kritische reflectie­oefening bij politici en burgers opstarten over hoe het draagvlak voor moeilijke beleidskeuzes te verhogen, lijkt veel zinvoller dan eenmalig uitpakken met burgerparticipatie om op korte termijn te scoren zonder een duurzaam effect tot stand te brengen. Wij zullen er in het kader van het Fonds involvEU alleszins nog eens grondig over nadenken vooraleer in actie te schieten en het zoveelste goedbedoelde maar mogelijk weinig zoden aan de dijk brengende initiatief te lanceren. We zetten graag enkele zitjes bij in onze vergaderruimte voor Von der Leyen, Verhofstadt en co.

 

Bron: De Standaard

Laat een reactie achter