Stephan Claes: ‘Te veel mensen slikken pillen om het leven aan te kunnen’

De overheid heeft begin februari een project opgestart waarbij apothekers mensen kunnen helpen om het gebruik van slaappillen, die ook angstremmers zijn, af te bouwen. Een mooi initiatief, want in ons land gaan er 400 miljoen dosissen per jaar over de toonbank, iets meer dan een miljoen per dag. In uitzonderlijke gevallen kan een kortetermijnbehandeling met angstremmers nuttig zijn. Maar een miljoen pillen per dag, dat is er ver over.

We gebruiken met z’n allen niet alleen­ te veel kalmeermiddelen, maar ook te veel pijnstillers, zoals parace­tamol. Een recente studie in Nederlandse apotheken toonde aan dat meer dan 10 procent van de geneesmiddelen in de apotheek bestaat uit paracetamol of middelen waarin paracetamol­ wordt gecombineerd met een andere pijnstiller. Dat zal bij ons niet veel anders zijn. Natuurlijk kunnen er heel goede redenen zijn om dat soort middelen, die pijn en koorts bestrijden­, te nemen, bijvoorbeeld bij een virale infectie of als je tijdelijk last hebt van een pijnlijk letsel. Maar studies­ tonen dat die middelen vooral worden gebruikt door mensen met langdurige, chronische pijn, zonder duidelijke medische oorzaak.

Chronische stress

En wat te denken van het gebruik van antidepressiva? Meer dan 12 procent van de Vlamingen neemt ze, en meer dan 17 procent van de mensen ouder dan 65. Een deel van hen zal daar een goede reden voor hebben, bijvoorbeeld een ernstige depressieve episode. Onderzoek toont dat ongeveer 6 procent van de Vlamingen lijdt aan een depressieve stoornis. Het is redelijk om aan te nemen dat een kleine helft van hen, 2 tot 3 procent, lijdt aan een depressie die ernstig genoeg is om het gebruik van antidepressiva te rechtvaardigen.

Daarnaast heeft 8 procent van de Vlamingen een angststoornis. Daarover zeggen de richtlijnen dat psychotherapie de eerste behandelvorm moet zijn. Medicatie is alleen aangewezen als therapie onvoldoende blijkt te helpen. Laten we aannemen dat het hier ook gaat over enkele procenten van de bevolking. De conclusie is duidelijk: hoewel antidepressiva een belangrijke plaats hebben in de behandeling van ernstige depressies en angststoornissen, zijn er te veel mensen die ze nemen.

Meer naïeve patiënten vallen ten prooi aan pseudowetenschappers en charlatans, die soms futuristische, soms exotische, maar altijd heel dure oplossingen aanbieden

Waarom zoveel mensen angstremmers, pijnstillers en antidepressiva nemen zonder medische reden, is niet helemaal duidelijk. De meest voor de hand liggende verklaring is chronische stress. Voor een grote groep mensen oefent het leven te veel druk uit, en geven hun geest en lichaam aan dat het zo niet verder kan. Ze ontwikkelen fysieke en mentale klachten: slapeloosheid, angst, emotionele ontregeling, vermoeidheid, hoofd- en spierpijnen, problemen met het maag-darmstelsel of met de ademhaling. Ze komen bij artsen en ondergaan onderzoeken die in de meeste gevallen geen afwijkingen tonen­. Ze krijgen diagnoses die geen enkele helderheid scheppen over oorzaken, noodzakelijke behandeling of prognose, en die niet duidelijk af­gegrensd zijn, zoals overspanning, burn-out en chronische vermoeidheid.

Ze vallen vaak langdurig uit op het werk en krijgen behandelingen die meer op gezond verstand dan op wetenschappelijke evidentie gebaseerd zijn: gezond eten, voldoende rusten, stress verminderen (maar hoe doe je dat nu weer?), bewegen. Ze gaan te rade bij coaches, van wie de graad van opleiding vaak bijzonder onduidelijk is. De meer naïeve patiënten vallen ten prooi aan pseudowetenschappers en charlatans, die soms futuristische, soms exotische, maar altijd heel dure oplossingen aanbieden, die op geen enkele wetenschappelijke evidentie gestoeld zijn. En ja, ze nemen hun toevlucht tot angstremmers, pijnstillers en antidepressiva, met de steun van artsen die ook niet weten wat ze anders­ zouden kunnen voorstellen.

Faalangst

Het probleem van het overgebruik van geneesmiddelen lijkt dus rechtstreeks gekoppeld aan het feit dat zoveel mensen ‘lijden aan het leven’, en gebukt gaan onder chronische stress. Sluitende verklaringen daarvoor zijn er niet. Er is sprake van perfectionisme en faalangst, druk via sociale media­, een samenleving die geobsedeerd is door kwaliteit, de onmogelijke, beangstigende vrijheid in een wereld­ met oneindige keuzemogelijkheden en het wegvallen van betekenisvolle, stabiele sociale en relationele verbanden.

Hoe dan ook, voor een deel van de bevolking lijkt onze samenleving iets te vragen wat boven de grens gaat van wat hun lichaam en geest kunnen dragen. Ik wil daarover niet alarmistisch zijn, want dat fenomeen is niet nieuw. Onze overgrootouders leden aan neurasthenie (zenuwzwakte) en slikten poeders van dr. Mann, wellicht om soortgelijke redenen. Maar het is duidelijk dat honderdduizenden Vlamingen hieronder gebukt gaan, en dat de medische wereld geen sluitend antwoord te bieden heeft.

Iedereen moet helpen

Het initiatief om de apothekers te laten helpen bij de afbouw van kalmeermiddelen is dus lovenswaardig, maar ruim onvoldoende. Daarvoor is het probleem te complex en te wijdverbreid. De oplossing zal evenmin komen­ van huisartsen, psychologen en psychiaters alleen. Het vergt een grondig maatschappelijk debat, waarbij naast de al genoemde disciplines ook pedagogen, filosofen, vakorganisaties, werkgevers, leerkrachten en ouders betrokken moeten worden. Zowat iedereen dus eigenlijk.

Je kunt natuurlijk wat cynisch stellen dat het geschetste probleem onderdeel is van de menselijke conditie en dat het in wezen onoplosbaar is. Dat ontslaat ons niet van de taak om er met z’n allen over na te denken en te doen wat kan om het lijden van zovelen te verlichten.

Bron: De Standaard

Laat een reactie achter