Hans Geybels: ‘Goed onderwijs vereist vrijheid van onderwijs’

Als vertegenwoordiger van een groep ­ouders van leerlingen in het katholiek ­onderwijs ­ ben ik gelukkig met het arrest van het Grondwettelijk Hof over de eind­termen. Het Hof heeft geoordeeld zoals je dat van het Hof mag verwachten: als een college van wijze mensen en volledig vanuit de grondwet. Met zijn beslissing viel of stond de vrijheid van onderwijs in ons land. En ze staat. Door het arrest hebben leerkrachten en scholen ruimte ­gekregen om het eigen project – en daarmee hun passie – in hun leer­trajecten in te schrijven. ­Eigenlijk stond er een stukje democratie op het spel, ook al lagen er niet veel Vlamingen van wakker. Een integraal door de staat geleid onderwijs, hét kenmerk van bepaalde onwelriekende regimes, kreeg geen kans en dat is een reden om te vieren. Ik schreef er al een opinie over in deze krant (DS 10 februari), namelijk dat vrijheid ­nodig is om kwaliteit te garanderen.

De mensen die aan de eindtermen ­gewerkt hebben, valt niets te verwijten. Ze hebben dat gedaan in de veronderstelling dat ze de kwaliteit van het onderwijs zouden verbeteren. Het probleem was dat de eindtermen ­ineens geen minimumdoelstellingen meer waren, maar zodanig veelomvattend en gedetailleerd waren dat het vrije initiatief van elke school (en dus niet ­alleen van de katholieke scholen) in de kiem gesmoord zou worden. De eindtermen werden zo een handig ­instrument om elk vrij ­initiatief op te heffen. Dat heeft niks te maken met de kwaliteit van onderwijs en het Grondwettelijk Hof heeft dat ingezien. Er kwam veel reactie op de plannen van de minister en het Hof heeft zich niet ongevoelig getoond voor wat in de samenleving gebeurt. Een school is meer dan een kennis­machine, een eigen pedagogisch ­project kan leiden tot dat ietsje meer.

Foutloos schrijven

Wat nu? Het is een beetje op z’n Belgisch ­geregeld, aangezien het nieuwe eind­termenpakket in een uitdoof­scenario zit tot en met schooljaar 2024-2025. Het is ­begrijpelijk dat voor een overgangsperiode is gekozen: de nieuwe eindtermen gelden sinds dit schooljaar al in het derde middelbaar. Ik hoop alleen dat het geen precedent schept om andere ongrondwettelijkheden nog drie jaar te behouden. Daarmee verliest de grondwet aan kracht.

Eigenlijk is het jammer dat het zo snel is gegaan. Ook voor de scholen maakt dat het onnodig moeilijk. Of voor de praktijk­commissie, die dit schooljaar de invoering van de nieuwe eindtermen moest evalu­eren, en die begin mei nog een verlenging heeft gekregen met één schooljaar om haar eindrapport te schrijven. Wat moet die nu doen? Heeft die nog toekomst?

Het eindtermendebat is beslecht, maar de onderwijswereld moet alert blijven, want komen de centrale toetsen er nog nu de nieuwe eindtermen zijn vernietigd? De invoering van de centrale toetsen stond ­gepland vanaf het schooljaar 2023-2024, in het vierde en zesde jaar van het basisonderwijs en het tweede en laatste jaar van het ­secundair onderwijs. Alle Vlaamse scholen zouden in die leerjaren ­dezelfde toetsen moeten afleggen. Aangezien die toetsen moeten peilen of de leerlingen de eind­termen ­beheersen, hebben ze dan nog zin?

Het eindtermendebat is beslecht, maar de onderwijswereld moet alert blijven, want komen de centrale toetsen er nog nu de nieuwe eindtermen zijn vernietigd?

Minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) wil terecht werk maken van de ­onderwijskwaliteit. Ik lig daar ook wakker van. Als docent in het hoger onderwijs word ik voortdurend geconfronteerd met studenten die niet foutloos kunnen schrijven. Zorgwekkend. Mijn zoon moet binnenkort naar het secundair onderwijs, ik kan alleen maar hopen dat ik in de buurt een school vind waar hij na zes jaar foutloos leert schrijven. Over minimumdoelstellingen gesproken. Maar die kwaliteit zal niet verbeteren met uitgebreidere eindtermen. De eindtermen blijven minimumdoelstellingen die de leerkrachten en de scholen toelaten te differentiëren. Het Hof wijst de initiatiefnemers van het ­onderwijs terecht op hun verantwoordelijkheden. Om de kwaliteit te verhogen moeten we werken aan de leerplannen. Als we leerlingen leren om 200 meter te zwemmen, dan ­halen ze ook de 50 meter. Ze hebben dan hun minimumdoel behaald, maar we hebben er ook méér uitgehaald.

Meesters en juffrouwen

De kwaliteit van het onderwijs heeft niet ­alleen te maken met leerplannen. Veel ­lezers van deze krant herinneren zich nog ‘de meester’ of ‘de juffrouw’. Iemand naar wie je ­opkeek. Doorgaans schreef die niet ­alleen zeer mooi, maar ook zonder fouten. Het beroep van leerkracht is helaas gede­valueerd, hoewel zo’n ­invloedrijk ­beroep alle respect ­afdwingt, van kleuteronderwijs tot hoger onderwijs. Dat is een van de grote uitdagingen voor het onderwijs: het beroep herwaarderen, en zodoende het ­lerarentekort indijken.

Er wachten nog meer uitdagingen: het M-decreet, beter realiseerbare leerplannen, meer (financiële) middelen voor het onderwijs, participatie en verantwoordelijkheden van ­ouders … De koepels mogen nu vooral niet op hun lauweren rusten. De eindtermen en de centrale toetsen zijn ­zeker niet de oplossing voor de kwaliteit van het onderwijs, maar met die kwaliteit moet echt wel iets gebeuren. Wat ik voor mijn zoon wens, is hopelijk de wens van iedere ouder, ongeacht in welk onderwijsnet hun kind zit. En of het nu gaat om beroepsonderwijs, technisch, of algemeen, we ­willen allemaal dat de meester en de juffrouw het beste uit onze kinderen halen door hun talenten op verschillende manieren aan te spreken.

Bron: De Standaard

Laat een reactie achter