Stijn Lievens: ‘Mijn leerlingen organiseerden zelf een bedevaart. De klas hing samen als nooit tevoren’

Als leerkracht rooms-katholieke godsdienst sta ik sowieso wat buiten het reguliere lesgebeuren, in die zin dat de punten niet de absolute drijfveer zijn. Andere prioriteiten krijgen voorrang – zoals het creëren van een klasklimaat waarbij in wederzijds vertrouwen op zoek kan gegaan worden naar wat er écht toe doet. In die optiek krijg ik – meer dan ooit – signalen te horen van jongeren die moe zijn. Als ik verder doorvraag, valt het op dat die moeheid vooral voortkomt uit een gebrek aan perspectief.

Jonge mensen worden opgevoed met de idee van ‘loon naar werken’. Als je maar genoeg studeert, behaal je goede punten en later een mooi diploma. Dat diploma is belangrijk, want het staat garant voor een goede job. Als je hard werkt in je job, zal je veel verdienen. Als je nog harder werkt, zal je nog meer verdienen.

Maar waartoe leidt dit allemaal?

Leerlingen zien rondom hen de ene na de andere werkende volwassene uitgeblust uitvallen. Hun ouders, als ze overwerkt thuiskomen, hebben geen energie meer voor quality time met het gezin. Langdurig uitvallen van hun leerkrachten lijkt stilaan de norm geworden.

In de samenleving zien ze dezelfde tendens. Leerlingen zijn moe omdat ze moeten werken met het vooruitzicht dat dít ook hun toekomst wordt. We leven in tijden waarin – zoals Dirk De Wachter het formuleert – er geen alternatief is voor het gaan, gaan en nog eens gaan. Of het is onderuitgaan. Deze jonge generatie ziet nu als eerste dat ‘loon naar werken’ een roetsjbaan is die nergens naartoe leidt.

Leerlingen zien rondom hen de ene na de andere werkende volwassene uitgeblust uitvallen. Hun ouders, als ze overwerkt thuiskomen, hebben geen energie meer voor quality time met het gezin. Langdurig uitvallen van hun leerkrachten lijkt stilaan de norm geworden.

In de samenleving zien ze dezelfde tendens. Leerlingen zijn moe omdat ze moeten werken met het vooruitzicht dat dít ook hun toekomst wordt. We leven in tijden waarin – zoals Dirk De Wachter het formuleert – er geen alternatief is voor het gaan, gaan en nog eens gaan. Of het is onderuitgaan. Deze jonge generatie ziet nu als eerste dat ‘loon naar werken’ een roetsjbaan is die nergens naartoe leidt.

Samsonbubbels

Een actueel voorbeeld. Een lessenreeks rond een aantal ethische modellen loopt ten einde. Klassiek gaan de leerlingen dan op zoek naar een zelfgekozen fragment waarin ze de actualiteit koppelen aan die ethische modellen. Maar dit jaar zou het anders uitdraaien. ‘Meneer, wat als we nu eens op bedevaart gaan? Allemaal samen, met de hele klas?’ Dat had ik niet zien aankomen.

Ik wees de leerlingen er op dat het weliswaar een leuk idee was, maar of het echt levensvatbaar was, dat durfde ik te betwijfelen. Een nieuwe uitdaging zag het levenslicht. De leerlingen zouden samen op ‘bedevaart’ gaan, het geheel in een kortfilm verwerken (bloopers inclusief) én de geziene ethische modellen in een kritische zelfreflectie toetsen aan hun eigen ervaringen. ChatGPT mocht geraadpleegd worden, maar niemand heeft gebruik gemaakt van deze optie.

Als leerkracht is dit een les in loslaten. Dit avontuur kon natuurlijk alle kanten op. En ik moet toegeven, ik heb soms getwijfeld of het wel een goed idee was. Wat als er geprofiteerd zou worden? Wat als het maar een grap zou blijken? Wat als de vrijheid van de opdracht zou uitmonden in regelrechte chaos?

Vele vragen, maar ik nam me voor om het voordeel van de twijfel te geven en me niet te veel te bemoeien met het proces. Een paar weken later was het tijd voor de première. Het was een ongelooflijk resultaat. Er waren genodigden die hadden meegewerkt met de editing. Er was ook popcorn én Samsonbubbels. Een leerling had een poëtische voice-over ingesproken, een andere had live op de piano de soundtrack ingespeeld. Ze waren heel professioneel te werk gegaan, met een rekwisiteur, regisseurs, regieassistenten, zelfs de werkman van de school werd betrokken om een levensgroot kruis in elkaar te steken. Maar wat vooral opviel: er was een klas die samenhing als nooit tevoren.

Minder ‘Me, Myself and I’

Hoe is dit mogelijk? Van leerlingen die moe gewerkt zijn, naar zo’n enorme inzet? Er was dynamiek, ademruimte en er moest niet veel, maar er kon heel veel en laat dat nu net – ik citeer uit een reflectieverslag – ‘de noodzakelijke voorwaarde geweest zijn om mezelf te overtreffen en te engageren om ook mijn verantwoordelijkheid te nemen. We zijn als klas dichter naar elkaar toegegroeid en samen hebben we meer bereikt dan wat we individueel ooit hadden kunnen bereiken.’

Toen ik dit las moest ik even terugdenken aan het Ubuntu-gezegde: ‘I Am Because We Are.’ Dit heb ik met mijn eigen ogen in Afrika mogen ervaren. Boeren bewerken elkaars velden samen, de ene dag op het ene veld, de andere dag op het andere. Ze werken in kleine coöperatieven waarbij de klemtoon steeds ligt op duurzame samenwerking en niet op ongebreidelde groei.

De bedevaart was een spontane opflakkering in die richting. Een excuus om samen iets te kunnen doen. Want zo gelovig zijn ze nu ook weer niet, mijn leerlingen. Het was een noodkreet naar meer ‘I Am Because We Are’ en minder ‘Me, Myself and I’.

De ervaring van de bedevaart toont dat jonge mensen voor meer willen gaan dan voor mijn punten, mijn diploma, en later mijn loon. De leerlingen leren mij dat ‘loon naar werken’ een achterhaald concept is. Ze willen meer dingen samen beleven. Als dat niet hoopvol stemt voor de toekomst?

Bron: Knack

Laat een reactie achter