Hans Geybels: ‘Wat kan mij Jezus’ uiterlijk schelen?’

Wat kan mij Jezus’ uiterlijk schelen?

Het is ongelooflijk hoe Jezus tot de verbeelding blijft spreken in het geseculariseerde Westen. Beelden over hoe hij er werkelijk zou uitgezien hebben, gaan de wereld rond. Deze krant besteedde er deze week veel aandacht aan (DM 14/9). Niks op tegen natuurlijk, al is de duiding van de aangehaalde experten typisch westers en post-christelijk (en vaak heel politiek correct). Het kan namelijk niet anders of de propaganda van een ‘blanke’ (mag ik dat woord nog gebruiken?) Christus getuigt van koloniale overheersing.

Wie onbevangen probeert de kunstgeschiedenis in te duiken, merkt dat Christus bij ons vanzelfsprekend als een ‘blanke’ werd uitgebeeld, maar dat het veel genuanceerder ligt. De oudste (grote) afbeeldingen van Christus ontstaan in de kerken die de Romeinse keizers hebben laten bouwen na de erkenning van die religie. Een van de prachtigste voorbeelden is (nu toch nog) te zien in de Hagia Sophia. Dat gebedshuis, oorspronkelijk gebouwd als kerk, in Istanbul beeldt Christus uit als een Romeinse heerser. Dat is veel betekenisvoller dan de huidskleur. Het wijst erop hoe van in den beginne de politiek religie accapareert voor haar eigen doeleinden. En pas dan is het aan een kerk om daarin mee te stappen of niet.

De hele geschiedenis door verandert Christus van aangezicht. Criticasters reppen natuurlijk met geen woord over de Christusbeelden die vanaf de twaalfde eeuw zijn menselijke en zijn lijdende kant tonen. Passen wellicht niet in het plaatje van de Westerse kolonisering dat ettelijke uren na zijn overlijden start. Jeezes!

Wat me nog het meest bevreemdt in deze zaak is de aandacht voor Christus’ uiterlijk. Als gelovige interesseert het me werkelijk geen zier hoe de man er uitzag. Wellicht als een jood uit het eerste-eeuwse Palestina.

Ronduit verbazingwekkend is het stilzwijgen rond zijn innerlijk portret, waarover (onder echte historici) nochtans grote eensgezindheid bestaat: in een wereld van slavernij heeft hij het over de unieke menselijke waardigheid van ieder individu, hij was de eerste die de totale gelijkwaardigheid tussen man en vrouw bepleitte, hij was de eerste die de gulden regel (‘Behandel een ander zoals jezelf behandeld wilt worden’) uitbreidde tot alle mensen en niet alleen tot stamgenoten, hij introduceerde de intentie in het morele oordeel waardoor we nu nog steeds het onderscheid maken tussen moord en onopzettelijke doodslag, hij wist beter dan wij nu wat het betekent om een vrij mens te zijn.

Nu we zijn uiterlijk portret kennen, kunnen we misschien werk beginnen maken van datgene waarvoor de man innerlijk stond?

Bron: De Morgen

Laat een reactie achter