Ides Nicaise: ‘De overheid moet de sociale en etnische mix in scholen bewaken door de vrije schoolkeuze in te perken’

In de afgelopen dagen is weer “pijnlijk interessant” gebleken hoe media en politiek de wetenschappelijke inzichten over sociale ongelijkheid in het algemeen, en binnen het onderwijs in het bijzonder, naar hun hand zetten en de beleidsimplicaties verkrachten.

Uit ons onderzoek over 15 jaar gelijke­onderwijs­kansen­decreet kwamen twee kernboodschappen naar voren: het GOK-beleid heeft vruchten afgeworpen, maar te weinig. En: de sociale segregatie in het Vlaams onderwijs heeft zeer nefaste gevolgen voor die gelijke kansen.

Wij hebben als wetenschappers onze woorden gewikt en gewogen. Behalve een onderzoeksrapport met beleidssamenvatting, hielden we een perstekst met grafiekjes ter beschikking, en nog een samenvatting in een halve bladzijde erbovenop. Onze telefoon stond niet stil, en met sommige journalisten hadden we drie, vier telefoongesprekken. Waar mogelijk gaven we feedback op hun ontwerpartikels.

Het resultaat is pijnlijk interessant, omdat het aantoont hoe verschillend de boodschap in de media werd gekleurd, en soms omgedraaid.

Een tv-nieuwsredactie verving prompt de term “kansarme school” door “school met veel allochtonen” en versterkte daarmee het vooroordeel van witte ouders dat ze voor hun kinderen best een exclusieve aso-school ver buiten het stadscentrum kiezen, waar weinig jongeren met een migratie-achtergrond wonen.

De berichtgeving kwam bij directies, leerkrachten en leerlingen uit multiculturele scholen over als een mokerslag. Dat deze boodschap de etnische segregatie en de ongelijkheid verder in de hand werkt – daar had die tv-nieuwsredactie niet bij stilgestaan.

Een andere journalist wierp alle beleidsimplicaties gewoon overboord en focuste exclusief op de angst van de middenklassenouders dat een sociaal gemengde school het prestatieniveau van hun kinderen naar beneden zou halen. “Je kan het hen niet kwalijk nemen.” Maar hij had wel kunnen wijzen op de voordelen van meer gemengde scholen, bijvoorbeeld voor de sociale, interculturele en burgerschapsvaardigheden (die je mist in witte gettoscholen).

Niet toevallig scoort Vlaanderen slecht op internationale rankings met betrekking tot burgerschapsattitudes van jongeren: in een ondemocratisch onderwijssysteem leer je jongeren geen democratische waarden aan. Dat vond deze journalist onbelangrijk, zelfs niet op een zucht van de verkiezingen.

Een politieke partij reageert door haar eigen handtekening onder het nieuwe inschrijvingsdecreet in te trekken en nog méér dan voorheen de kaart te trekken van de absoluut vrije schoolkeuze. Het is dezelfde partij die vrijheid predikt maar alle mogelijke sociale barrières in het onderwijs wil behouden. Wat betekent dat in de praktijk?

“De vrijheid in een ongelijke samenleving leidt tot ongelijke vrijheid: méér kansen voor de ene, ten koste van minder kansen voor de andere”

Onderzoek toont aan dat schoolse segregatie vele wortels heeft (waaronder bv. woonsegregatie) maar dat ze eerder aangewakkerd dan gemilderd wordt door vrije schoolkeuze. De reden is dat vrijheid in een ongelijke samenleving leidt tot ongelijke vrijheid: méér kansen voor de ene, ten koste van minder kansen voor de andere.

Kansrijke ouders beschikken over meer keuzevrijheid omdat zij beter geïnformeerd zijn over kwaliteitsverschillen tussen scholen, en zich ook duurdere en verder afgelegen scholen kunnen permitteren. Zij kunnen desnoods anderen betalen om voor hen te gaan kamperen aan de poort van hun favoriete school.

Kansrijke scholen hengelen op hun beurt naar die kansrijke leerlingen door meer comfort aan te bieden, taalbarrières op te werpen, zich te specialiseren in sterkere onderwijsrichtingen met hogere toegangsdrempels. Wie daar met een minder kansrijk profiel toch binnen raakt, kan desnoods met een B-attest na een tijdje buiten gewerkt worden.

Kansrijke leerkrachten, die door hun stevige kwalificaties en ervaring kunnen kiezen tussen de vele vacatures, worden aangezogen door de meest kansrijke scholen waar het voor hen comfortabeler is om les te geven. En zo stapelen de ongelijkheden zich verder op.

Opgelet: er zijn (gelukkig) ook kansrijke ouders, scholen en leerkrachten die er andere waarden op nahouden dan het loutere eigenbelang, maar met de vrijemarktwerking sluipen ook de harde wetten van de concurrentie in het onderwijs en wordt het maatschappelijk belang van binnenuit weggeknaagd.

Het is daarom dat overheidstussenkomst noodzakelijk is. Omdat onderwijs geen marktgoed is maar een gemeenschappelijk sociaal en cultureel erfgoed. Ook het gezonde markteconomisch denken erkent de grenzen van de marktwerking.

“Overheidstussenkomst is noodzakelijk omdat onderwijs geen marktgoed is maar een gemeenschappelijk sociaal en cultureel erfgoed”

Dát is nu precies waarom overheidstussenkomst nodig is. Ze hoeft de vrije schoolkeuze – die ongetwijfeld haar goede kanten heeft – niet overboord te gooien maar moet ze binnen redelijke perken houden, door de sociale en etnische mix in scholen te bewaken. Het inschrijvingsdecreet, met de daarbij horende centrale aanmeldingssystemen, is een voorzichtige aanzet daartoe. Het moet geleidelijk verfijnd worden.

De overheid moet er ook voor zorgen dat alle scholen gelijke kwaliteit leveren. Ze moet sterke leerkrachten en directies in kansarme scholen verankeren door een personeelsbeleid dat sociaal engagement beloont. Ze moet hen met raad en daad bijstaan om de extra middelen van het GOK-decreet meer strategisch in te zetten.

“De overheid moet sterke leerkrachten en directies in kansarme scholen verankeren door een personeelsbeleid dat sociaal engagement beloont”

Ze slaagt daar vandaag nog onvoldoende in. Bovenal moeten contraproductieve praktijken die diep geworteld zijn in ons Vlaams onderwijs afgebouwd worden: het buitensporig gebruik van zittenblijven, het verwijzen van kansarme leerlingen naar het buitengewoon onderwijs, en het veel te vroeg oriënteren van leerlingen naar onderwijsvormen. Deze mechanismen scheppen geen kansen, maar duwen kansarme leerlingen kopje onder.

Hoed af voor de journalisten die wel deze conclusies belichtten: het Radio 1-journaal, Bruzz, en Kioni Papadopoulos van Gazet van Antwerpen.

Bron: vrtnws.be

Laat een reactie achter